Voordat hij doodt. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Voordat hij doodt - Блейк Пирс страница 7
De straten waren donker, de enige uitzondering hierop was de neon gloed afkomstig van de paar louche etablissementen. In het raam van het gebouw dat hij bestudeerde zag hij het in het tl-licht afgetekende silhouet van een welgevormde vrouw. Het flikkerde als een baken op een stormachtige zee. Maar het was geen plaats om te schuilen, in het ieder geval zeker geen respectabele plaats.
Terwijl hij in zijn auto zat, zo ver mogelijk weg van de straatlantaarns, dacht hij aan de verzameling die hij thuis bewaarde. Hij had deze aandachtig bestudeerd voordat hij vanavond was vertrokken. De souvenirs van zijn werk lagen uitgespreid op zijn kleine bureau: een tas, een oorbel, een gouden ketting, een stuk blond haar in een klein Tupperware doosje. Het waren herinneringen, herinneringen aan het feit dat hij uitverkoren was voor dit werk. En dat hij nog meer werk te doen had.
Een man kwam uit het gebouw aan de overkant van de straat en onderbrak zijn gedachten. Hij keek en wachtte geduldig. Hij had in de loop der jaren veel geleerd over geduld. Hij wist dat hij nu snel te werk moest gaan en werd nerveus. Stel dat hij niet nauwkeurig genoeg zou zijn?
Hij had weinig keus. De moord op Hailey Lizbrook was al in het nieuws. Mensen zochten hem, alsof hij degene was die iets slechts had gedaan. Ze begrepen het gewoon niet. Wat hij die vrouw had gegeven, was een geschenk geweest.
Een daad van gratie.
In het verleden had hij veel tijd laten verstrijken tussen zijn heilige daden. Maar nu was er een urgentie. Er was zoveel te doen. Er waren altijd overal vrouwen; op straathoeken, in persoonlijke advertenties, op televisie.
Uiteindelijk zouden ze het wel gaan begrijpen. Ze zouden het begrijpen en ze zouden hem bedanken. Ze zouden hem vragen hoe ze weer puur en zuiver zouden kunnen worden en hij zou hun ogen openen.
Even later werd het neon beeld van de vrouw in het raam zwart. De gloed achter de ramen doofde uit. De lichten gingen uit en in het gebouw werd alles donker, de zaak was gesloten voor de rest van de nacht.
Hij wist dat dit betekende dat de vrouwen elk moment uit de deur zouden komen, naar hun auto’s zouden lopen en vervolgens naar huis zouden gaan.
Hij schakelde naar de eerste versnelling en reed langzaam rond het blok. De straatlantaarns leken hem te achtervolgen, maar hij wist dat er geen nieuwsgierige ogen waren om hem te zien. In dit gedeelte van de stad kon het niemand wat schelen.
De meeste auto’s die aan de achterkant van het gebouw geparkeerd stonden waren dure, luxe wagens. Er was goed geld te verdienen met het verkopen van je lichaam. Hij parkeerde aan de uiterste rand van het terrein en wachtte nog wat.
Na een lange tijd ging de deur van het etablissement eindelijk open. Twee vrouwen kwamen naar buiten, vergezeld door een man die eruit zag alsof hij een beveiligingsmedewerker was. Hij keek naar de man en vroeg zich af of deze een probleem zou kunnen zijn. Hij had een pistool onder zijn stoel dat hij zou gebruiken als dat absoluut noodzakelijk was, maar dat deed hij liever niet. Hij had het tot nu toe nog nooit hoeven te gebruiken. Eigenlijk verafschuwde hij wapens. Het had iets viezigs, de luiheid die ermee gepaard ging.
Uiteindelijk gingen ze allemaal hun eigen weg, stapten in hun auto en reden weg.
Hij zag de auto’s naderen en ging rechtop zitten. Hij voelde zijn hart bonzen. Daar was ze.
Dat was de juiste.
Ze was klein van stuk, met nep blond haar dat net over haar schouders viel. Hij keek toe hoe ze in haar auto stapte maar gaf geen gas totdat haar achterlichten om de hoek verdwenen waren.
Hij reed in tegengestelde richting om het gebouw heen om geen aandacht op zichzelf te vestigen. Hij reed achter haar aan, zijn hart begon te racen. Automatisch reikte hij onder zijn stoel en voelde het touw. Het kalmeerde zijn zenuwen.
Het kalmeerde hem te weten dat na de achtervolging, het offer zou plaatsvinden.
En dat het zou plaatsvinden, was zeker.
HOOFDSTUK VIER
Mackenzie zat op de passagiersstoel met verschillende dossiers opengevouwen op haar schoot. Porter zat achter het stuur en tikte met zijn vingers mee op het ritme van een Rolling Stones-nummer. Hij had de autoradio afgestemd op hetzelfde klassieke rock station waar hij altijd tijdens het rijden naar luisterde. Mackenzie keek geërgerd op, uit haar concentratie gebracht. Ze zag het licht van de koplampen met honderd kilometer per uur over de snelweg voor haar schijnen en draaide zich naar hem toe.
“Kun je die muziek alsjeblieft wat zachter zetten?” snauwde ze.
Meestal vond ze het niet erg, maar ze probeerde in de juiste gemoedstoestand te geraken om de werkwijze van de moordenaar te begrijpen.
Met een diepe zucht draaide Porter al hoofdschuddend de radio uit. Hij wierp haar een afwijzende blik toe.
“Wat hoop je eigenlijk te vinden?” vroeg hij.
“Ik probeer niets te vinden,” zei Mackenzie. “Ik probeer de puzzelstukjes in elkaar te zetten om het persoonlijkheidstype van de moordenaar beter te begrijpen. Als we kunnen denken zoals hij, hebben we een veel betere kans om hem te vinden.”
“Of,” zei Porter, “je kunt gewoon wachten tot we bij Omaha zijn geweest en met de kinderen en de zus van het slachtoffer hebben gepraat, zoals Nelson ons heeft opgedragen.”
Zonder zelfs naar hem te kijken kon Mackenzie zien dat hij moeite moest doen om geen wijsneuzerige opmerking te maken. Ze moest hem een beetje credit geven, veronderstelde ze. Altijd wanneer ze met z'n tweeën onderweg of op een plaats delict waren, beperkte Porter de snijdende en vernederende opmerkingen tot het minimum.
Ze negeerde Porter even en keek naar de aantekeningen op haar schoot. Ze vergeleek de notities van de zaak uit 1987 met die van de moord op Hailey Lizbrook. Hoe meer ze over hen las, des te meer meer ze ervan overtuigd raakte dat ze door dezelfde man waren vermoord. Maar wat haar bleef frustreren was dat er geen duidelijk motief was.
Ze bekeek de documenten van voor naar achteren, bladerde door de pagina's en nam alle informatie in zich op. Ze begon in zichzelf te mompelen, vragen te stellen en feiten hardop uit te spreken. Het was iets wat ze sinds de middelbare school had gedaan, een tic waar ze nooit helemaal vanaf was gekomen..
“In beide gevallen geen bewijs van seksueel misbruik”, zei ze zacht. “Geen duidelijke verbanden tussen de slachtoffers, behalve hun beroep. Geen echte aanwijzingen voor een religieus motief. Waarom niet kiezen voor het volledige kruisbeeld in plaats van een enkele paal als je een religieus thema kiest? De cijfers waren in beide gevallen aanwezig, maar deze geven geen duidelijke verklaring voor de moorden. “
“Begrijp me niet verkeerd”, zei Porter, “maar ik luister liever naar de Stones.”
Mackenzie stopte met tegen zichzelf praten en merkte op dat het meldingslampje van haar telefoon knipperde. Nadat zij en Porter waren vertrokken had ze Nancy een e-mail gestuurd en haar gevraagd een paar zoekopdrachten in de database in te voeren met de sleutelwoorden paal, stripper, prostituee,