De bol van Kandra. Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу De bol van Kandra - Морган Райс страница 12

De bol van Kandra - Морган Райс

Скачать книгу

toen liet hij haar los, ineens ongerust. “Wat doe je hier?”

      Esther wierp hem een ondeugende glimlach toe. “Er is een tijdmachine op school. Verborgen in de kapokboom. Ik zag dat er een kleine X in gekerfd was, en aangezien er een X staat op elke doorgang die alleen docenten mogen gebruiken, dacht ik dat er wel een doorgang moest zijn. Dus ik heb wat rondgesnuffeld, zag een paar leraren verdwijnen, en besefte dat er een tijdmachine in moest zitten. Strikt verboden voor leerlingen, natuurlijk.”

      Oliver schudde zijn hoofd. Natuurlijk had de briljante, getalenteerde Esther Valentini een verborgen tijdmachine gevonden. Maar niemand zou zomaar tijdreizen zonder een goede reden te hebben, zeker niet naar een tijdlijn waarin diegene niet thuishoorde! Van wat Oliver op de School voor Zieners had geleerd, wist hij dat het doorbrengen van een aanzienlijke hoeveelheid tijd in de verkeerde tijdlijn een enorme belasting op het lichaam was. Ja, het had al vreemd gevoeld om naar zijn eigen tijdlijn terug te keren.

      Om nog maar niet te spreken over het offer. Er was geen garantie dat hij ooit terug zou keren. Het had Olivers hart gebroken om de School voor Zieners te verlaten, en hij had het alleen gedaan om Armando’s leven te redden. Dus Esther moest een goede reden hebben gehad om hier te komen. Een zoektocht, misschien. Een missie. Misschien was de school weer in gevaar?

      “Niet hoe,” zei Oliver. “Waarom?”

      Tot zijn verrassing grijnsde Esther. “Je had me een tweede date beloofd.”

      Oliver zweeg even en fronste. “Bedoel je dat je hier bent voor mij?”

      Hij begreep het niet. Esther zou misschien wel nooit meer terug kunnen. Ze zou voorgoed in de verkeerde tijdlijn gevangen kunnen zitten. En ze had het voor hem gedaan?

      Haar wangen kleurden roze. Ze haalde haar schouders op en werd ineens verlegen. “Ik dacht dat je wel wat hulp kon gebruiken.”

      Hoewel hij het nog steeds niet begreep, was Oliver dankbaar voor het offer dat Esther had gebracht. Het was goed mogelijk dat ze voorgoed in de verkeerde tijdlijn zat en ze had het voor hem gedaan. Hij vroeg zich af of dat betekende dat ze van hem hield. Hij kon geen andere reden bedenken waarom iemand zoiets zou doen.

      Hij voelde zich warm worden bij de gedachte. Hij voelde zich ineens verlegen en veranderde snel van onderwerp.

      “Hoe was de reis door de tijd?” vroeg hij. “Ben je heelhuids hier gekomen?”

      Esther klopte op haar buik. “Ik werd een beetje ziek. En ik kreeg er verschrikkelijke koppijn van. Maar dat was alles.”

      Op dat moment herinnerde Oliver zich het amulet. Hij haalde het van onder zijn overall tevoorschijn. “Professor Amethyst heeft me dit gegeven voor ik vertrok.”

      Esther raakte het amulet aan. “Een portaaldetector! Ze worden warm wanneer je in de buurt van een wormgat bent, toch?” Ze glimlachte vrolijk. “Dat zou ons op een dag weleens terug kunnen leiden naar de School voor Zieners.”

      “Maar hij is ijskoud sinds ik hier ben,” zei Oliver somber.

      “Maak je geen zorgen,” zei ze tegen hem. “We hebben geen haast. We hebben alle tijd die we maar willen.” Ze grijnsde om haar eigen grapje.

      Oliver lachte ook.

      “Ik heb een nieuwe queeste,” vertelde Oliver haar.

      Esthers ogen werden groot van opwinding. “Echt waar?”

      Hij knikte en liet haar het kompas zien. Esther staarde er verwonderd naar.

      “Het is prachtig. Wat betekent het?”

      Oliver wees naar de wijzers en de vreemde hiëroglyfische symbolen. “Het leidt me naar mijn ouders. Deze symbolen vertegenwoordigen bepaalde plaatsen of mensen. Zie je, dat zijn mijn ouders.” Hij wees naar de wijzer die nooit had bewogen, de wijzer die bleef steken op het symbool van een man en een vrouw die elkaars handen vasthielden. “De andere wijzers lijken te bewegen afhankelijk van waar ik als eerst heen moet.”

      “Oh, Oliver, wat spannend! Je hebt een missie! Wat is je volgende bestemming?”

      Hij wees naar het iepenblad. “Boston.”

      “Waarom Boston?”

      “Ik weet het niet,” antwoordde Oliver, die het kompas weer in de zak van zijn overall liet glijden. “Maar het heeft te maken met het vinden van mijn ouders.”

      Esther liet haar hand in de zijne glijden en glimlachte. “Laten we dan maar gaan.”

      “Je gaat met me mee?”

      “Ja.” Ze glimlachte verlegen. “Als je me mee wil hebben.”

      “Natuurlijk.”

      Oliver grijnsde. Hoewel hij niet kon bevatten hoe Esther zo kalm kon zijn over het feit dat ze misschien voorgoed in de verkeerde tijdlijn gevangen zat, deed haar aanwezigheid hem veel goed. Ineens leek alles veel hoopvoller, veel aangenamer met Esther aan zijn zijde.

      Ze gingen de trap af, lieten Campbell Junior High achter zich en liepen naast elkaar in de richting van het treinstation. Esthers hand voelde zacht aan in de zijne. Het was zo geruststellend.

      Hoewel het een frisse oktoberdag was, voelde Oliver de kou helemaal niet. Alleen al bij Esther in de buurt zijn zorgde ervoor dat hij het warm had. Het was zo goed om haar te zien. Hij had niet gedacht dat dat ooit nog zou gebeuren. Maar hij kon het niet helpen dat hij zich zorgen maakte. Wat nou als ze een waanbeeld was dat elk moment kon verdwijnen? Dus bleef hij steeds naar haar kijken terwijl ze liepen, gewoon om zichzelf ervan te overtuigen dat ze echt was. En elke keer wierp ze hem die lieve, verlegen glimlach toe, en voelde hij weer een golf van warmte door zich heen gaan.

      Ze bereikten het treinstation en liepen het perron op. Oliver had nog nooit een treinkaartje gekocht, en de kaartjesmachine zag er behoorlijk intimiderend uit. Maar toen herinnerde hij zichzelf eraan dat hij een bom had ontmanteld. Dan kon hij zeker uitvogelen hoe hij een kaartjesmachine moest bedienen.

      Hij kocht twee kaartjes naar Cambridge in Boston en selecteerde een enkele reis, aangezien hij geen idee had of hij ooit nog naar New Jersey zou terugkeren. De gedachte baarde hem zorgen.

      De treinreis naar Cambridge zou ruim vier uur duren. Ze zagen de trein aankomen en stapten in, waarna ze een rustige coupé vonden waar ze het zich gemakkelijk konden maken voor de lange reis.

      “Hoe gaat het met iedereen op school?” vroeg Oliver. “Ralph? Hazel? Walter? Simon?”

      Esther glimlachte. “Het gaat goed met ze. We missen je allemaal, natuurlijk. Vooral Walter. Hij zegt dat switchit gewoon niet hetzelfde is zonder jou.”

      Oliver voelde een verdrietige glimlach aan zijn lippen trekken. Hij miste zijn oude vrienden ook heel erg.

      “En de school?” vroeg hij. “Is het veilig? Geen aanvallen meer?”

      Hij huiverde bij de herinnering aan hoe Lucas de rebelse zieners in hun aanval op de school had geleid. En hoewel hij Lucas in deze tijdlijn te slim af was geweest, had hij het gevoel dat hij nog niet van de oude kwaadaardige man af was.

      “Geen aanvallen van vleermuizen met lichtgevende ogen meer,” zei ze met een grijns.

Скачать книгу