Dood en een hond. Фиона Грейс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Dood en een hond - Фиона Грейс страница 4
“Ze is toch de erfgename van een nepnagel-imperium?” zei ze met geveinsde onschuld.
“Ja, maar je hoeft het niet op die manier te zeggen,” zei David met een stem die Lacey meteen deed denken aan zijn pruilende kop.
“Ik was slechts aan het speculeren over hoe jullie drie jullie tijd doorbrengen.”
“Op kritische toon.”
“Mam zegt dat ze jong is,” zei Lacey om van onderwerp te veranderen. “Twintig. Ik bedoel, ik vind dat twintig misschien een beetje te jong is voor een man van jouw leeftijd, maar ze heeft in elk geval nog negentien jaar de tijd om te bedenken of ze kinderen wil of niet. Negendertig is immers het kantelpunt voor jou.”
Ze had haar zin nog niet afgemaakt toen ze besefte dat ze precies als Taryn klonk. Ze huiverde. Het maakte haar niet uit dat ze Toms gedragingen overnam, maar bij die van Taryn trok ze de grens!
“Sorry,” mompelde ze terugkrabbelend. “Dat was niet aardig van me.”
David liet een seconde verstrijken. “Zorg gewoon dat ik mijn geld krijg, Lace.”
Hij hing op.
Lacey zuchtte en legde de telefoon neer. Hoe onuitstaanbaar het gesprek ook geweest was, ze was absoluut vastberaden om haar stemming niet te laten verpesten. David behoorde nu tot haar verleden. Ze had een heel nieuw leven voor zichzelf opgebouwd hier in Wilfordshire. Hoe dan ook, het feit dat David verderging met Eda was een geluk bij een ongeluk. Zodra ze getrouwd waren hoefde ze hem geen alimentatie meer te betalen en dan zou het probleem opgelost zijn! Maar ze wist dat geluk voor haar niet vanzelfsprekend was en ze had het gevoel dat het een lange verloving zou zijn.
HOOFDSTUK TWEE
Lacey was bezig met het taxeren van spullen toen ze uit het raam keek en zag dat Taryn eindelijk haar grote bestelbus verplaatste. Het zicht op Toms winkel, aan de andere kant van de geplaveide straat, was weer vrij. Het vlaggendoek met het boerenbonte Paasthema was vervangen door een vlaggendoek met een zomerthema, en Tom had zijn macaron-display veranderd tot een scene van een tropisch eiland. Citroen macarons voor het zand, omgeven door een zee van verschillende blauwtinten—turquoise (suikerspin smaak), babyblauw (bubblegum smaak), donkerblauw (bosbessen smaak) en marineblauw (blauwe frambozensmaak). Hoge stapels van chocolade macarons, koffie macarons en pinda macarons vormden de schors van palmbomen. De bladeren waren gemaakt van marsepein; een ander eetbaar materiaal waar Tom heel goed mee was. De etalage was adembenemend mooi en trok altijd een enorme menigte van watertandende toeristen.
Terwijl ze door het raam naar de toonbank keek zag Lacey Tom staan, druk bezig om zijn klanten te vermaken met zijn theatrale displays.
Ze liet haar kin op haar vuist rusten en zuchtte dromerig. Tot dusver ging het allemaal geweldig met Tom. Ze waren officieel aan het “daten” en dat was Toms woordkeuze geweest, niet de hare. Tijdens hun gesprek over de definitie van hun relatie had Lacey gezegd dat het een inadequate en kinderachtige term was voor twee volwassenen die samen op een romantische reis gingen, maar Tom had opgemerkt dat aangezien zij niet voor Merriam-Webster werkte, het niet aan haar was om de terminologie te bepalen. Hoewel ze het eens was geweest met dat punt, trok ze de grens bij ‘vriendin’ en ‘vriendje’. Ze waren er nog niet uit wat nu gepaste termen waren om naar elkaar te verwijzen en vielen meestal terug op ‘lieverd’.
Ineens keek Tom naar haar en hij zwaaide. Lacey schoot omhoog en haar wangen werden warm bij het besef dat hij haar had betrapt terwijl ze als een verliefd schoolmeisje naar hem had zitten staren.
Toms gezwaai veranderde in een gewenk en ineens realiseerde Lacey zich hoe laat het was. Tien over elf. Theetijd! En ze was tien minuten te laat voor hun dagelijkse Elevenses!
“Kom op, Chester,” zei ze met vlinders in haar buik. “Het is tijd voor ons bezoekje aan Tom.”
Ze rende praktisch de winkel uit en herinnerde zich op het nippertje om haar ‘Open’ bordje om te draaien zodat er ‘terug over 10 minuten’ op stond en de deur op slot te doen. Toen huppelde ze over de geplaveide straat richting de patisserie, haar hartslag in het ritme van haar gehuppel. Ze was zo opgewonden om Tom te zien.
Net toen Lacey de deur van de patisserie bereikte, stroomde de groep Chinese vakantiegangers die Tom net had vermaakt naar buiten. Elk van hen had een hele grote bruine papieren zak onder de arm, vol met overheerlijk ruikende goodies. Kletsend en giechelend verlieten ze de winkel. Lacey hield geduldig de deur open en wachtte tot ze buiten waren. Ze bogen beleefd hun hoofd naar haar.
Toen de weg eenmaal vrij was, ging Lacey naar binnen.
“Hallo, lieverd,” zei Tom. Er verscheen een grote grijns op zijn knappe, goudgebruinde gezicht en er verschenen lachrimpels tussen zijn glinsterende groene ogen.
“Ik zie dat je groupies net vertrokken zijn,” grapte Lacey terwijl ze naar de toonbank liep. “En ze hebben heel wat merchandise gekocht.”
“Je kent me,” antwoordde Tom met een wiebelende wenkbrauw. “Ik ben ’s wereld eerste banketbakker met een fanclub.”
Hij leek in een bijzonder goede stemming te zijn, dacht Lacey, hoewel hij eigenlijk altijd vrolijk was. Tom was een van die mensen die door het leven leek te fladderen, onverstoord door de gebruikelijke spanningen waar de besten aan onderdoor gingen. Het was een van de dingen die Lacey geweldig vond aan hem. Hij was zo anders dan David, die door het minste of geringste in de stress schoot.
Ze kwam bij de toonbank en Tom strekte zich uit, steunend op zijn armen, om haar een kus te geven. Lacey liet zich meeslepen door het moment en ze hielde pas op toen Chester jankend zijn ongenoegen uitte over het feit dat hij genegeerd werd.
“Sorry, maatje,” zei Tom. Hij kwam achter de toonbank vandaan en bood Chester een chocoladevrije johannesbrood traktatie aan. “Hier. Je favoriet.”
Chester likte de traktatie uit Toms hand, gaf een diepe en tevreden zucht en liet zich toen op de vloer zakken voor een dutje.
“Dus wat voor thee staat er vandaag op het menu?” vroeg Lacey, die op haar gebruikelijke stool aan de bar ging zitten.
“Cichorei,” zei Tom.
Hij liep de keuken in.
“Dat heb ik nog nooit gedronken,” riep Lacey naar hem.
“Het is cafeïnevrij,” riep Tom vanuit de keuken, zijn stem gesmoord door het lopen van een kraan en het gerammel van keukenkastjes. “En het heeft een licht laxerend effect als je er teveel van drinkt.”
Lacey lachte. “Bedankt voor de waarschuwing,” riep ze.
Haar woorden werden beantwoord door het gerinkel en gekletter van servies en het fluiten van de ketel.
Toen verscheen Tom weer met een theeblad. Daarom stonden bordjes, kopjes, schoteltjes, een suikerkommetje en een theepot.
Hij zette het dienblad tussen hen in. Net zoals de rest van Toms serviesgoed pasten de spullen totaal niet bij elkaar. Het enige thema dat ze met elkaar verbond was Engeland, alsof hij elk item in een andere garage-uitverkoop van een andere patriottisch oud vrouwtje had gevonden. Op Lacey’s kopje stond een afbeeldingen van wijlen prinses Diana. Op haar bordje stond een passage van Beatrix Potter, geschreven in een delicaat cursief handschrift, met daarnaast een aquarel afbeelding van de iconische Aylesbury eend, Jemima Puddleduck, in haar hoedje en sjaal. De theepot had de vorm