Bijna Verloren. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Bijna Verloren - Блейк Пирс страница 4
‘Kan niet beter!’
Jess laadde een chip vol met guacamolesaus voor ze verderging.
‘Het gezin is uit de kunst. Ze zijn vrijgevig met vrijetijd en ze blijven maar extraatjes geven. De kinderen zijn soms ondeugend, maar nooit op een boosaardige manier. Dat komt denk ik doordat ze me graag mogen.’
Ze ging opeens zachter praten.
‘Vorige week, toen iedereen arriveerde voor de huwelijksplechtigheid, werd ik voorgesteld aan een van de neefjes. Hij is achtentwintig en een regelrechte spetter. Hij heeft een IT-bedrijf. En ik geloof dat hij op me valt. Het is hartstikke leuk om weer eens sjans te hebben.’
Hoewel ze blij was voor haar vriendin, voelde Cassie onwillekeurig een zweem van jaloezie. Dat was de droombaan waarvan zij heimelijk gedroomd had. Waarom was het juist voor haar in het honderd gelopen? Was het pure pech geweest of was het de resultante van eerdere besluiten? Het schoot Cassie te binnen wat Jess tegen haar gezegd had in het vliegtuig naar Frankrijk. Ze had Cassie toevertrouwd dat haar eerste aanstelling niet goed uitgepakt had. Dus had ze de pijp aan Maarten gegeven en was ze aan iets anders begonnen. Toen had ze meer geluk gehad. Dat zette Cassie nu aan het denken. Had ze misschien te snel de moed opgegeven?
Toen ze zich door de stapels nachochips hadden heen gewerkt, keek Jess hoe laat ’t was.
‘Ik moet opschieten,’ zei ze, ‘want Harrods wacht op me. Ik moet voor iedereen cadeautjes meebrengen. Voor de kinderen, maar ook voor mijn spetter natuurlijk. Wat zal ik straks voor hem kopen? Wat geef je aan iemand met wie je sjans hebt? Dat wordt nog wat!’
Cassie gaf haar een knuffel, met spijt in haar hart dat hun ontmoeting ten einde was. Het luchtige gesprek was een welkome afleiding geweest. Jess leek zo intens gelukkig, en Cassie begreep waarom dat was; ze was gewenst, werd gewaardeerd, verdiende geld, had een doel in het leven en was geborgen. Jess liep niet moederziel alleen te dwalen; eenzaam en zonder werk. Zij was niet voortdurend bang om in de kraag gevat te worden omdat er ergens een moordproces van acquit ging. Een paar weken in een afgelegen kustplaatsje was misschien net wat ze nodig had op dit moment, in meer dan één opzicht. En Jess had gelijk, van het een kwam vaak het ander. Een kans heb je per slot van rekening alleen als je haar bij de lurven grijpt.
Cassie verliet de drukke pub op zoek naar een rustig plekje. Ze keek goed om zich heen, of er geen zakkenrollers of mobieltjesdieven naderden. Ze zuchtte diep en voordat ze van gedachten kon veranderen, belde ze het nummer.
HOOFDSTUK TWEE
Met de telefoon klemvast zocht Cassie dicht tegen de muur beschutting tegen de motregen. Nu ze Ryan Ellis eenmaal gebeld had, werd ze almaar nerveuzer. Goed, ze zou hoe dan ook geld moeten verdienen om langer in Engeland te kunnen blijven. Maar na wat ze in Frankrijk had meegemaakt, vroeg ze zich af of au pair wel de juiste keuze was. Want, ook al leek de betrekking ideaal, zou hij wel bereid zijn iemand als Cassie aan te nemen; iemand met zo weinig ervaring en zonder echte kwalificaties? Ze voelde aankomen dat ze, nu ze de moed had om te vragen of ze de betrekking kon krijgen, waarschijnlijk niets anders mocht verwachten dan een sneue afwijzing.
De telefoon ging zo lang over dat ze begon te vrezen dat ze een voicemailboodschap zou moeten inspreken. Op het allerlaatste moment nam er iemand op.
‘Ryan Ellis hier,’ hijgde de iemand, ‘goedemiddag.’
Hij klonk buiten adem, alsof hij gerend had om de telefoon op tijd te pakken te krijgen.
‘Hallo, spreek ik met Ryan Ellis?’ vroeg Cassie.
Ze trok een grimas toen de overbodigheid van die vraag tot haar doordrong. Maar ze kende hem helemaal niet, dus kon ze moeilijk meteen roepen ‘Ha, die Ryan!’
‘Ja, daar spreekt u mee. Wie is er aan de lijn als ik vragen mag?’
Hij klonk niet geërgerd, eerder nieuwsgierig.
‘Mijn naam is Cassie Vale en ik kreeg uw nummer van mijn vriendin Jess, die vorig jaar voor u gewerkt heeft. Ze vertelde me dat u iemand zocht, om op de kinderen te passen.’
‘Jess, Jess, Jess’, herhaalde Ryan, alsof hij zich probeerde te herinneren wie dat was. ‘Oh ja, Jess uit Amerika! Ik zie nu dat ze me een sms’je gestuurd heeft. Zo’n aardig mens. Heeft zij u aanbevolen? Is dat waarom u belt? Ik heb haar bericht nog niet gelezen, ziet u.’
Cassie aarzelde. Ging ze nu ja zeggen? Als ze dat deed, zat ze er mogelijk meteen aan vast en ze was er nog niet helemaal zeker van, of ze er al aan toe was die stap te zetten.
‘Ik zou graag eerst wat meer over de betrekking willen weten’, zei ze. ‘Ik was au pair in Frankrijk, maar die opdracht is voltooid. Ik zit erover te denken een aanstelling voor de korte termijn te aanvaarden, maar… ik weet ’t nog niet.’
Er viel een korte stilte.
‘Laat ik u wat achtergrondinformatie geven. Ik ben wanhopig op dit moment. Ik heb net een scheiding achter de rug. Dat heeft me nogal aangegrepen. De kinderen willen er nog niet eens over praten, over wat er gebeurd is. Ze hebben iemand nodig die hen kan opvrolijken en leuke dingen met ze kan doen. Maar zelf zit ik tot over mijn oren in het werk, een project met een deadline dat al mijn tijd opslokt.’
Cassie was geroerd door zijn woorden. Ze had niet verwacht dat hij tussen twee vuren zat. Geen wonder dat hij wanhopig was iemand te vinden die hem uit de brand hielp. De scheiding moest erg traumatisch geweest zijn, als de kinderen zo aangegrepen waren. Als Ryan ze onder zijn hoede had, kon ze er gevoeglijk vanuit gaan dat zijn vrouw hem verlaten had, waarschijnlijk voor een ander. Ze moest even zoeken naar de juiste woorden.
‘Dat moet vreselijk zwaar geweest zijn’, bracht ze uiteindelijk uit, om maar wat te zeggen.
‘Ik heb rondgebeld omdat ik nog geen gelegenheid vond een advertentie te plaatsen. Trouwens, ik ben zo uit mijn doen dat ik me niet in staat voel een volslagen onbekende goed door te lichten. Maar niemand van diegenen die voorheen voor me gewerkt hebben, is beschikbaar. U mag gerust weten, ik sta met de rug tegen de muur. Ik ben bereid om het drievoudige te betalen van wat gebruikelijk is. En de betrekking duurt hooguit drie weken.’
‘Nou…’ begon Cassie.
Ze kon het niet over haar hart verkrijgen om nee te zeggen. Dat zou harteloos zijn, nu de man in zo’n lastig parket zat. Ze had medelijden met hem en vond het moeilijk de betrekking zonder meer van de hand te wijzen. Hij zat duidelijk vreselijk omhoog. Bovendien waren de bezoldiging en de korte tijdsduur erg verleidelijk.
‘Waarom komt u niet kennismaken?’ opperde Ryan. ‘Heeft u een auto? Zo niet, dan kan ik u van het station halen. Ik betaal het treinkaartje uiteraard.’
‘Ik heb een auto.’
‘Dan is het een eitje! De reis hierheen kost u ongeveer vijf uur, ijs en weder dienende. Ik stuur u gelijk een sms met het adres. En u krijgt de kilometers van me vergoed, voor het geval u ons niet lief mocht vinden.’
‘Goed dan’, lachte Cassie. ‘Ik vertrek morgenochtend. Rond de lunch moet ik er zijn.’
Ze verbrak de verbinding, opgelucht dat ze hen zou leren kennen voordat ze een beslissing hoefde te nemen. Als ze hen mocht, kon ze weleens van doorslaggevende betekenis zijn in hun leven, door hun hulp en ondersteuning te bieden in zo’n moeilijke periode. Toen Ryan haar verteld had dat hij recentelijk gescheiden was, was ze verrast geweest door het gevoel van medelijden