Een Schreeuw Van Eer . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Schreeuw Van Eer - Морган Райс страница 8
“Niet op tijd,” antwoordde Elden. “We zijn er door Forg ingeluisd.”
“Maar waarom?” vroeg Reece.
“Ik weet het niet,” antwoordde Thor, die zijn paard aanspoorde, “maar ik ben bang dat het iets met mij te maken heeft. Ik denk dat iemand me dood wil.”
Thor voelde hoe de anderen zich omdraaiden en hem aangaapten.
“Waarom?” vroeg Reece.
Thor haalde zijn schouders op. Hij wist het niet zeker, maar hij had het vermoeden dat het iets te maken had met de politieke spelletjes in het Koninklijk Hof, en de moord op MacGil. Waarschijnlijk was het Gareth. Misschien zag hij Thor als een bedreiging.
Thor voelde zich verschrikkelijk om het feit dat hij zijn strijdbroeders in gevaar had gebracht, maar hij kon er nu niets meer aan veranderen. Het enige dat hij kon doen was proberen hen te verdedigen.
Thor had er genoeg van. Hij schreeuwde en dreef zijn paard aan, en barstte in een volle galop naar voren. Hij zou niet wachten tot het leger bij hem zou zijn. Hij zou de eerste klappen uitdelen, er wellicht een aantal kunnen uitschakelen, en zijn vrienden een kans geven om te vluchten als ze daartoe besloten. Als hij vandaag zou sterven, zou hij eervol en onbevreesd zijn dood tegemoet rijden.
Doodsbang maar vastberaden om het niet te laten zien, galoppeerde Thor verder en verder voor de anderen uit, de heuvel af, richting het naderende leger. Naast hem sprintte Krohn, die hem moeiteloos bij leek te houden.
Thor hoorde een schreeuw terwijl zijn broeders achter hem aan reden, in een poging hem bij te houden. Ze lagen nauwelijks twintig meter achter hem en lieten een strijdkreet horen. Thor bleef voor hen uit rijden, en het voelde goed dat hij hen achter zich had.
Voor Thor brak een contingent van krijgers, ongeveer vijftig man, los van het McCloud leger. Ze kwamen recht op Thor af. Ze waren ongeveer honderd meter van hem verwijderd en kwamen snel dichterbij. Thor haalde zijn slinger tevoorschijn, legde er een steen in, en wierp. Hij mikte op hun leider, een grote man met een zilveren borstplaat, en zijn worp was perfect. Hij raakte de man aan de basis van zijn keel, tussen de platen van zijn wapenrusting, en de man viel van zijn paard.
Terwijl hij viel, viel zijn paard met hem, en een tiental paarden struikelde, waardoor hun berijders ook tegen de grond gingen.
Voor ze konden reageren had Thor alweer een andere steen te pakken en hij wierp. Weer was het een perfecte worp, en hij raakte één van de voorste krijgers op zijn slaap, waardoor hij zijdelings van zijn paard viel. Tijdens zijn val nam hij nog een aantal andere krijgers mee, alsof het dominostenen waren.
Terwijl Thor door bleef galopperen, vloog er een speer langs zijn hoofd, toen een werphamer en een pikhouweel, en hij wist dat zijn broeders van de Krijgsmacht hem steunden. Hun wapens raakten de McCloud soldaten met een dodelijke precisie, en meerdere van hen vielen van hun paarden, waardoor de soldaten die vlak achter hen reden ook vielen.
Thor was opgetogen om te zien dat ze er al in waren geslaagd om enkele tientallen van de McCloud soldaten uit te schakelen, sommigen van hen met directe voltreffers maar de meesten door het struikelen over vallende paarden. Het voorste contingent van vijftig man lag nu op de grond, omgeven door stofwolken.
Maar het McCloud leger was sterk, en nu was het hun beurt om terug te vechten. Terwijl Thor op ongeveer dertig meter afstand kwam, kwamen er meerdere wapens zijn kant op. Er kwam een werphamer recht op zijn gezicht af, en Thor dook op het laatste moment. Het ijzer suisde langs zijn oor en miste hem op enkele centimeters. Met dezelfde snelheid kwam er een speer op hem af, en hij dook de andere kant op. De punt schaafde de buitenkant van zijn wapenrusting en miste hem net. Er kwam een pikhouweel zijn kant op, en Thor hief zijn schild en blokkeerde hem. De pikhouweel bleef in zijn schild vastzitten, en Thor rukte hem eruit en wierp hem terug naar zijn aanvaller. Zijn worp was raak, en de pikhouweel boorde zich in de borstkas van de man, dwars door zijn maliënkolder heen; de man schreeuwde het uit en zakte dood op zijn paard in elkaar.
Thor bleef aanvallen. Hij reed recht op het leger af, een zee van soldaten in, bereid om de dood te ontmoeten. Hij schreeuwde en hief zijn zwaard, en zijn strijdbroeders achter hem volgden zijn voorbeeld.
De impact was enorm. Een enorme krijger reed op hem af, hief een dubbelzijdige bijl, en ging voor Thors hoofd. Thor dook, en terwijl hij langs hem reed en de bijl over zijn hoofd ging haalde hij zijn zwaard door de maag van de soldaat; de man schreeuwde het uit en zakte op zijn paard in elkaar. Terwijl hij viel vloog zijn bijl uit zijn handen, en hij raakte één van de paarden, die gillend van de pijn steigerde en zijn berijder afwierp.
Thor bleef aanvallen. Hij galoppeerde dwars door honderden van de McCloud krijgers heen, terwijl de één na de ander naar hem uithaalde met zwaarden, bijlen, en knuppels. Hij blokkeerde de aanvallen met zijn schild of ontweek ze, duikend, zwaaiend met zijn zwaard. Hij was te snel en te wendbaar voor hen, en dat hadden ze niet verwacht. Als enorm leger konden ze niet snel genoeg manoeuvreren om hem te stoppen.
Het geluid van metaal tegen metaal rees op, terwijl hij van alle kanten tegelijk werd aangevallen. Hij blokkeerde de één na de ander met zijn schild en zwaard. Maar hij kon ze niet allemaal stoppen. Een zwaard schampte zijn schouder, en hij schreeuwde het uit van de pijn terwijl het bloed uit de wond gutste. Gelukkig was de wond oppervlakkig, en het weerhield hem er niet van om terug te vechten.
Thor, die met beide handen vocht, was omgeven door McCloud krijgers, en spoedig werd hij vergezeld door de andere leden van de Krijgsmacht. Het geluid van zwaarden die tegen schilden aan sloegen, speren die paarden raakten, werpsperen die tegen wapenrustingen aan kwamen en het geschreeuw van beide kanten werd steeds luider terwijl de McClouds tegen de jongens van de Krijgsmacht vochten.
De Krijgsmacht had het voordeel dat ze een kleine en wendbare strijdmacht waren, tien van hen ten midden van een enorm, traag bewegend leger. Er was een flessenhals, en niet alle McCloud krijgers konden hen tegelijkertijd bereiken. Thor vocht tegen twee of drie man tegelijk, maar niet meer dan dat. En zijn broeders voorkwamen dat hij van achteren werd aangevallen.
Toen één van de krijgers Thor verraste en uithaalde met zijn strijdvlegel, sprong Krohn hoog de lucht in. Het luipaard beet zich vast in zijn pols; hij scheurde zijn hand eraf en het bloed spatte alle kanten op, waardoor de soldaat gedwongen werd van richting te veranderen vlak voor de strijdvlegel Thors schedel kon raken.
Alles gebeurde als in een waas terwijl Thor vocht en uithaalde naar alle richtingen. Hij gebruikte alles wat hij had om aan te vallen, om zijn broeders te beschermen, en om zichzelf te verdedigen. Instinctief deed hij een beroep op zijn eindeloze dagen van training, waarbij hij van alle kanten werd aangevallen, in alle denkbare situaties. Het voelde bijna als een tweede natuur. Ze hadden hem goed getraind, en hij voelde zich in staat om het aan te kunnen. Zijn angst was constant aanwezig, maar het lukte hem om het onder controle te houden.
Terwijl Thor vocht en vocht en zijn armen zwaar werden en zijn schouders moe, galmen Kolks woorden door zijn hoofd:
Je vijand zal nooit op jouw voorwaarden met je vechten, maar op die van hem. Oorlog betekent voor jou iets anders dan voor een ander.
Thor zag hoe een korte, brede krijger met beide handen een ketting met metalen punten hief en rondzwaaide. Hij stond op het punt op Reece zijn hoofd te raken, en Reece zag het niet aankomen; hij zou gedood worden.
Thor sprong van zijn paard en wist de krijger te tackelen voor hij de ketting losliet. Met zijn tweeën vielen ze met een harde klap op de grond. Thors adem werd uit zijn longen geperst en hij rolde,