Een Hemel Van Spreuken . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Hemel Van Spreuken - Морган Райс страница 2
Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
©iStock.com/RazoomGames
INHOUD
“Wij zijn de uitverkorenen, wij gelukkigen, een hechte groep van broeders;
want hij die op deze dag zijn bloed voor mij vergiet
zal mijn broeder zijn.”
--William Shakespeare
Henry V
HOOFDSTUK ÉÉN
Thor stond tegenover Gwendolyn, zijn zwaard in zijn hand. Zijn hele lichaam trilde. Hij keek om zich heen en zag de gezichten die hem verbijsterd aanstaarden in de stilte—Alistair, Erec, Kendrick, Steffen, het leger van soldaten—mensen waar hij om gaf. Zijn mensen. En toch stond hij hier nu tegenover hen. Aan de verkeerde kant van de strijd.
Eindelijk drong het tot hem door.
De mist die Thors geest had gevuld was opgetrokken terwijl Alistair tegen hem had gepraat, en hij voelde zich eindelijk weer helder. Hij was Thorgrin. Een lid van de Krijgsmacht. Een lid van het Westelijk Koninkrijk van de Ring. Hij was geen soldaat van het Rijk. Hij hield niet van zijn vader. Hij hield van deze mensen.
En hij hield het meest van Gwendolyn.
Thor zag naar gezicht, en hoe ze vol liefde naar hem opkeek, haar ogen betraand. Hij werd overspoeld door schaamte en afschuw nu hij zich realiseerde dat hij zijn zwaard op haar gericht had. Zijn handpalmen brandden van vernedering en spijt.
Thor liet zijn zwaard uit zijn hand vallen. Hij deed een stap naar voren en omhelsde haar.
Gwendolyn knuffelde hem stevig, en hij hoorde haar huilen. Hij voelde haar hete tranen over zijn nek lopen. Thor werd overspoeld door wroeging, en hij kon niet bevatten hoe het allemaal was gebeurd. Het was allemaal zo vaag. Het enige dat hij wist was dat hij blij was om weer zichzelf te zijn, om weer helderheid te hebben, om weer terug te zijn bij zijn mensen.
“Ik hou van je,” fluisterde ze in zijn oor. “En dat zal ik altijd blijven doen.”
“Ik hou van je met alles dat ik ben,” antwoordde Thor.
Krohn jankte zachtjes, liep mank naar hem toe en likte aan Thors hand; Thor boog voorover en kuste zijn kop.
“Het spijt me,” zei Thor tegen hem, terwijl hij zich herinnerde hoe hij hem had geslagen toen Krohn Gwendolyn had verdedigd.
“Vergeef me alsjeblieft.”