Een Hemel Van Spreuken . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Een Hemel Van Spreuken - Морган Райс страница 6

Een Hemel Van Spreuken  - Морган Райс De Tovenaarsring

Скачать книгу

had Centra hen geholpen toen ze hulp nodig hadden.

      Reece aarzelde. Hij zag de rotswand van het Ravijn, hun uitweg, die verleidelijk op hen wachtte.

      “We kunnen niet voor hem teruggaan!” riep Indra. “Ze zullen ons allemaal doden.”

      Ze gaf een trap naar een Faw die op haar afkwam en het wezen viel achterover, waarna het van de helling gleed.

      “We hebben geluk als we levend kunnen ontsnappen!” riep Serna uit.

      “Hij is niet één van ons!” zei Krog. “We kunnen de groep niet in gevaar brengen voor hem!”

      Reece twijfelde. De Faws kwamen steeds dichterbij, en hij wist dat hij zijn beslissing niet kon uitstellen.

      “Je hebt gelijk,” gaf Reece toe. “Hij is niet één van ons. Maar hij heeft ons geholpen. En hij is een goede man. Ik kan hem niet aan de genade van die beesten overlaten. We laten niemand achter!” zei Reece stellig.

      Reece stond op het punt om weer naar beneden te klimmen, om terug te gaan voor Centra—maar plotseling brak Conven los van de groep en stormde naar beneden over de modderig helling. Hij hakte er op los terwijl hij naar beneden gleed, en doodde links en rechts Faws. Hij gooide zichzelf roekeloos de groep Faws in en wist zichzelf op de één of andere manier met niets dan vastberadenheid een weg door hen heen te banen.

      Reece kwam vlak achter hem in actie.

      “De rest blijft hier!” schreeuwde Reece. “Wacht tot wij terug zijn!”

      Reece ging achter Conven aan en haalde links en rechts uit naar Faws; hij haalde Conven in en dekte hem. Met zijn tweeën vochten ze zich een weg terug naar Centra.

      Conven stormde naar voren en brak door de groep Faws heen terwijl Reece zich een weg vocht naar Centra, die met wijd opengesperde ogen toekeek. Een Faw haalde een dolk tevoorschijn en stond op het punt om Centra zijn keel door te snijden, maar Reece gaf hem de kans niet: hij sprong naar voren en wierp zijn zwaard.

      Het zwaard vloog door de lucht en boorde zich in de keel van de Faw, slechts een seconde voordat het wezen Centra zou hebben gedood. Centra schreeuwde terwijl hij de dode Faw slechts enkele centimeters bij zijn gezicht vandaan zag.

      Tot Reece’ verassing ging Conven niet op Centra af; hij bleef de kleine heuvel oprennen, en Reece keek op om te zien wat hij ging doen. Conven leek suïcidaal. Hij baande zich een weg door de groep Faws die rond hun leider stonden, die zelf de strijd overzag vanaf zijn platform. Conven doodde hen links en rechts. Ze hadden het niet verwacht, en het gebeurde te snel voor hen om te reageren. Reece besefte ineens dat Conven het op hun leider gemunt had.

      Conven kwam steeds dichterbij, sprong in de lucht, hief zijn zwaard, en toen de leider eenmaal doorhad wat er gebeurde en probeerde te vluchten, stak Conven hem door het hart. De leider krijste het uit—en plotseling klonk er het gekrijs van tienduizenden Faws, alsof ze allemaal waren neergestoken. Het was alsof ze hetzelfde zenuwstelsel deelden—alsof Conven hen allemaal pijn had gedaan.

      “Dat had je niet moeten doen,” zei Reece tegen Conven, die zich weer bij hem voegde. “Nu heb je een oorlog veroorzaakt.”

      Terwijl Reece vol afschuw toekeek, explodeerde er een kleine heuvel, waaruit duizenden Faws stroomden. Reece besefte dat Conven hun queen bee had gedood, en deze dingen had opgehitst. De grond trilde door hun voetstappen, en ze stormden knarsetandend op Reece en Conven en Centra af.

      “RENNEN!” schreeuwde Reece.

      Reece gaf Centra, die verstijfd was van schrik, een duw en ze stormden terug naar de anderen terwijl ze zich een weg terug de modderige helling op vochten.

      Reece voelde hoe een Faw op zijn rug sprong en hem tegen de grond werkte. De Faw begon hem aan zijn enkels terug over de helling te sleuren, en hij bracht zijn slagtanden naar Reece’ nek.

      Er zeilde een pijl langs Reece’ hoofd, en er klonk het geluid van een pijl die zich door vlees heen boorde. Reece keek op en zag O’Connor op de heuveltop staan, zijn boog in zijn handen.

      Reece krabbelde overeind en Centra hielp hem terwijl Conven hen van achteren dekte en de Faws op een afstand hield. Eindelijk bereikten ze de anderen.

      “Goed om je terug te hebben!” riep Elden uit terwijl hij naar voren stormde en enkele Faws uitschakelde met zijn strijdbijl.

      Reece pauzeerde even op de top en tuurde in de mist terwijl hij zich afvroeg welke kant ze op moesten. Het pad splitste zich in tweeën, en hij stond op het punt naar rechts te gaan.

      Maar plotseling rende Centra langs hem, die de linker splitsing nam.

      “Volg mij!” riep Centra terwijl hij rende. “Het is de enige weg!”

      Terwijl de duizenden Faws de helling opklommen, renden Reece en de anderen achter Centra aan, glibberend en glijdend de andere kant van de heuvel over. De grond trilde nog steeds. Reece was blij dat hij Centra’s leven had gered.

      “We moeten terug omhoog!” riep Reece, die niet zeker wist welke kant Centra op ging.

      Ze baanden zich een weg tussen de dikke, knoestige bomen door en deden hun best om Centra bij te houden terwijl hij door de mist over een met boomwortels begroeid spoor navigeerde.

      “Er is maar één manier om die dingen af te schudden!” riep Centra terug. “Blijf op mijn spoor!”

      Ze volgden Centra op zijn hielen, struikelend over boomwortels, terwijl de takken sneeën in hun armen achterlieten. Reece kon nauwelijks een hand voor ogen zien door de dikke mist.

      Ze renden tot hun longen pijn deden. Het afschuwelijke gekrijs van de duizenden Faws kwam steeds dichterbij. Elden en O’Connor probeerden Krog zo goed mogelijk te helpen, maar hij zorgde voor vertraging. Reece hoopte en bad dat Centra wist waar hij heen ging; hij kon de rotswand van het Ravijn helemaal niet zien vanaf hier.

      Plotseling hield Centra abrupt halt, en hij strekte zijn hand uit om Reece tegen te houden.

      Reece keek naar beneden en zag een steile afgrond voor zijn voeten liggen, met daaronder een wild kolkende rivier.

      Reece keek Centra vragend aan.

      “Water,” legde Centra hijgend uit. “Ze zijn bang voor water.”

      De anderen stopten naast hen en staarden naar het bulderende water terwijl ze probeerden op adem te komen.

      “Het is jullie enige kans,” voegde Centra toe. “Steek deze rivier over en je bent ze kwijt. In elk geval voor nu. Zo kun je tijd winnen.”

      “Maar hoe?” vroeg Reece, terwijl hij naar het schuimende groene water staarde.

      “Die stroming is dodelijk!” zei Elden.

      Centra grijnsde.

      “Dat is nog wel het minste waar jullie je zorgen om moeten maken,” antwoordde hij. “Dat water zit vol met Fourens—de meest dodelijke dieren ter wereld. Val erin, en ze verscheuren je.”

      Reece keek nadenkend neer op het water.

      “Dan kunnen we niet zwemmen,” zei O’Connor. “En ik zie geen boot.”

      Reece

Скачать книгу