Een Bewind Van Staal . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Bewind Van Staal - Морган Райс страница 2
Dit ebook is uitsluitend voor jou persoonlijk bedoeld. Dit ebook mag niet doorverkocht worden of weggeven worden aan andere mensen. Als je dit boek met iemand anders wil delen, schaf dan alsjeblieft een extra exemplaar aan voor elke ontvanger. Als je dit boek leest en je hebt het niet aangeschaft, of het is niet voor jouw gebruik aangeschaft, geef het dan terug en schaf je eigen exemplaar aan. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur.
Dit is een werk van fictie. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn een product van de fantasie van de auteur of zijn fictief gebruikt. Enige overeenkomst met echte personen, levend of dood, is geheel toevallig.
Omslagafbeelding Copyright Slava Gerj, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com
INHOUD
HOOFDSTUK ÉÉN
HOOFDSTUK TWEE
HOOFDSTUK DRIE
HOOFDSTUK VIER
HOOFDSTUK VIJF
HOOFDSTUK ZES
HOOFDSTUK ZEVEN
HOOFDSTUK ACHT
HOOFDSTUK NEGEN
HOOFDSTUK TIEN
HOOFDSTUK ELF
HOOFDSTUK TWAALF
HOOFDSTUK DERTIEN
HOOFDSTUK VEERTIEN
HOOFDSTUK VIJFTIEN
HOOFDSTUK ZESTIEN
HOOFDSTUK ZEVENTIEN
HOOFDSTUK ACHTTIEN
HOOFDSTUK NEGENTIEN
HOOFDSTUK TWINTIG
HOOFDSTUK EENENTWINTIG
HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG
HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG
HOOFDSTUK VIERENTWINTIG
HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG
HOOFDSTUK ZESENTWINTIG
HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG
HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG
HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG
HOOFDSTUK DERTIG
HOOFDSTUK EENENDERTIG
HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG
HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG
“Er is een land waar ooit voedsel groeide—maar de plek veranderde en leek op vuur. Het was een plek waar stenen saffieren waren, en het had stof van goud.”
“Het paard lacht om angst, bang voor niets; hij deinst niet terug voor het zwaard. Hij kan niet stilstaan wanneer de trompet klinkt. Bij het klinken van de trompet snuift hij: ‘Hoera!’
-- Het Boek Job
HOOFDSTUK ÉÉN
De dolk in Reece’ hand boorde zich in Tirus’ borst, en Reece verstijfde. Alles leek in slow motion te bewegen. Alles werd wazig. Hij had zojuist zijn grootste vijand gedood, de man die verantwoordelijk was voor Selese’ dood. En dat gaf Reece een enorm bevredigend gevoel. Eindelijk had hij wraak.
Maar tegelijkertijd voelde hij dat het niet lang meer zou duren voor hij zelf de dood in de ogen zou kijken. De ruimte was gevuld met Tirus’ mannen, die allemaal getuige waren van de moord. Reece zette zich schrap voor de dood. Toch had hij geen spijt. Hij was dankbaar voor het feit dat hij de kans had gekregen deze man te doden, deze man die het lef had gehad om te denken dat Reece ooit zijn verontschuldigingen zou aanbieden.
Reece wist dat de dood onvermijdelijk was; de enige mensen in de ruimte die aan zijn kant stonden waren Matus en Srog. Srog was gewond en vastgebonden met touwen, en Matus stond naast hem, onder het toeziend oog van de soldaten. Ze zouden weinig uit kunnen halen tegen het leger van Hoge Eilanders.
Maar voor Reece zou sterven, wilde hij zijn wraak compleet maken en zoveel mogelijk Hoge Eilanders uitschakelen als hij kon.
Tirus zakte voor Reece’ voeten in elkaar, dood, en Reece aarzelde geen seconde: hij trok zijn dolk terug, draaide om zijn as en sneed Tirus’ generaal, die naast hem stond, zijn keel door; in dezelfde beweging stak hij een andere generaal in zijn hart.
Terwijl de mensen in de ruimte begonnen te beseffen wat er gebeurde, bewoog Reece sneller dan ooit. Hij trok de zwaarden uit de schedes van de twee dode generaals, en stormde op de groep soldaten tegenover hem af. Hij had vier van hen gedood voordat ze ook maar de kans hadden gehad om te reageren.
Honderden krijgers kwamen van alle kanten op hem af. Reece putte kracht uit zijn training bij de Krijgsmacht, uit alle keren dat hij gedwongen was geweest om tegen grote groepen te vechten. Terwijl ze hem omsingelden, tilde hij zijn zwaard met beide handen op. Hij werd niet bezwaard door een wapenrusting, zoals de andere mannen, of door een riem vol met wapens, of door een schild; hij was lichter en sneller dan hen allemaal, hij was woedend, hij was in een hoek gedreven. En hij vocht voor zijn leven.
Reece vocht dapper, sneller dan hen allemaal. Hij herinnerde zich alle keren dat hij had gespard met Thor, de beste vechter waar hij ooit tegen had gevochten. Hij schakelde de ene na de andere soldaat uit, en zijn zwaard kletterde tegen de zwaarden van de anderen. De vonken spatten alle kanten op. Hij zwaaide tot zijn armen zwaar werden, en wist nog een tiental mannen uit te schakelen voor ze zelfs maar met hun ogen konden knipperen.
Maar er bleven steeds meer mannen toestromen. Ze waren simpelweg met teveel. Voor elke zes man die hij uitschakelde, verschenen er twaalf meer. En ze vielen hem van alle kanten tegelijk aan. Reece, buiten adem, voelde hoe een zwaard zijn arm sneed, en hij schreeuwde het uit terwijl het bloed van zijn biceps droop. Hij draaide om zijn as en stak de man in zijn ribben, maar het kwaad was al geschied. Hij was gewond nu, en er bleven mannen bij komen. Hij wist dat zijn tijd gekomen was.
Hij was in ieder geval dankbaar dat hij ten onder kon gaan in een daad van moed.
“REECE!”
Er klonk een schreeuw, een schreeuw die Reece onmiddellijk herkende.
De schreeuw van een vrouw.
Reece’ lichaam werd gevoelloos toen hij zich realiseerde wiens stem het was. Het was de stem van de enige vrouw ter wereld die nog zijn aandacht kon trekken, zelfs in het heetst van de strijd, zelfs nu hij op het punt stond te sterven:
Stara.
Reece keek op en zag haar staan op de houten tribune aan de zijkant van de ruimte. Ze stond hoog boven de menigte, een onstuimige