Overwinnaar, Verliezer, Zoon . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Overwinnaar, Verliezer, Zoon - Морган Райс страница 3
Thanos stak met zijn zwaard over het schild van een man heen, draaide om zijn as om een aanval te pareren die op een man naast hem was gericht, en trapte een derde soldaat naar achteren terwijl Heer Justin in de opening stapte en een ander doodde.
“Je maakt er een gewoonte van om me te redden,” zei Thanos in een kortstondige pauze.
“Blijf vechten en we staan quitte,” antwoordde Justin.
Dat kon Thanos wel. Hij ving een bijl op met zijn zwaard en hield hem opzij zodat één van de soldaten van het Rijk de man neer kon steken. Daarna nam bij de bijl in zijn andere hand.
Er kwamen meer vijanden aan nu. Ze stroomden de ruimte in en begonnen te beseffen dat er verdedigers waren. Dat betekende dat het tijd was om weer te verdwijnen.
“Terugtrekken!” schreeuwde hij, en de mannen renden één van de huizen in, om vervolgens in een andere straat uit te komen. Thanos zag Generaal Haven naast zich rennen. Het gezicht van de oude man was rood van de inspanning.
“Moet je niet een minder… energetische plek zoeken om te vechten, Generaal?” vroeg Thanos.
Haven wierp hem een dreigende blik toe. “Vertel me niet wat ik moet doen, jongeman! Jij bent mijn prins niet!”
Ondanks zijn geklaag leek de oude generaal blij te zijn dat hij naast Thanos en Justin kon vechten. Ze vochten zich een stenen trap op, en vervolgden hun weg over de daken in de stad. Het was onmogelijk om te zien waar alle soldaten vandaan kwamen; Thanos kon alleen maar zien dat de mannen die het eiland verdedigden dat met moed en volhardendheid deden.
Vanaf de daken had hij zicht op de vloot die het eiland aanviel, niet zo groot als de invasievloot die naar Delos was gekomen, maar nog altijd enorm. De vloot verspreidde zich rond de haven als een donkere vlek op het water, en er kwamen steeds meer soldaten aan land.
Hun enige hoop was toeslaan en terugtrekken, groepjes aanvallers uit de tent lokken en hen overrompelen met meer soldaten, alvorens dieper de stad in te vluchten. De krijgers van Haylon leken maar al te goed bekend met dergelijke tactieken, maar Thanos was verrast door hoe goed de voormalige soldaten van het Rijk ze wisten toe te passen. Dat had waarschijnlijk iets te maken met het feit dat ze maandenlang in de heuvels van het eiland waren opgejaagd.
“Deze kant op,” zei Haven, en Thanos volgde de generaal. Hij kende het eiland waarschijnlijk het beste. Thanos wenste dat Akila of Iakos er was, maar de plaatsvervangende leider van Haylon was dood, en Akila was te ernstig gewond om te kunnen rennen.
Thanos zag een aantal straten die hij herkende, en gebaarde naar de generaal.
“Hier,” riep hij. “De stegen.”
Tot zijn verrassing volgden ze hem. Ze renden door smalle steegjes en namen weer een bocht. Een aantal van de mannen van Heer Justin zagen eruit alsof ze wilden omkeren om de vijand aan te vallen, maar Thanos hield hen tegen.
“Wacht ze op,” zei Thanos. “We kunnen beter verdedigen als we aan deze kant staan, en… nou, let maar op.”
Ondanks het feit dat ze hem nog niet goed kenden, bleven de mannen in positie. De soldaten van Felldust vielen aan, en op dat moment duwden de wachtende eilandbewoners de muren aan weerszijde van de steeg in, en werden ze overvallen door een regen van puin.
“Iakos heeft in de halve stad valstrikken geplaatst,” legde Thanos uit. Hij hijgde hard nu, en wenste dat ze even konden pauzeren. Maar in een strijd als deze was daar geen tijd voor.
“Kom op, we moeten in beweging blijven.”
Ze baanden zich een weg tussen struikeldraden en vallen door.
“Dit is een smerige manier van vechten,” zei Heer Justin.
Thanos legde een hand op zijn schouder. Hij begreep wat de andere man doormaakte. De voormalige plaatsvervanger van Heer West was gewend aan directe aanvallen en zorgvuldig georganiseerde duellen, niet aan gevechten in steegjes.
“We doen wat we moeten doen om te winnen,” zei hij. Thanos kon zich een tijd herinneren waar hij voorzichtig had gevochten zodat hij zijn tegenstanders niet zou doden, een tijd waarin hij op een eervolle manier had gestreden. Dat leek nu wel een eeuwigheid geleden. “We beschermen onze familie en vrienden. We beschermen de mensen van Haylon, en de mensen uit het Rijk.”
Hij zag de krijgers knikken. Toen verdwenen ze weer tussen de huizen, om de naderende strijdmachten voor te blijven.
Dat was het meest zorgwekkende van dit alles. Bij elke confrontatie gaven ze terrein op, niet in staat om stand te houden tegen zoveel tegenstanders. Zelfs toen Thanos zich weer omdraaide en een speer opzij sloeg zodat hij zijn zwaard diep in zijn tegenstander kon boren, deed hij het alleen maar zodat hij weer kon vluchten, en zich kon terugtrekken naar de volgende verzamelplek tussen de huizen.
Het leek niet meer op vechten om te winnen, eerder op simpelweg de nederlaag zo lang mogelijk uitstellen.
Thanos stond achter een barricade in de stad toen er een boodschapper verscheen uit een nabijgelegen deuropening. Thanos had hem bijna doorboord, maar slaagde erin om zichzelf op tijd tegen te houden.
“Akila zegt dat het tijd is dat de laatste mensen zich uit de stad terugtrekken. Eén van de stranden aan de andere kant van het eiland is gevallen, en we hebben iedereen nodig om de bergpassen te verdedigen.”
Thanos knikte en probeerde zijn teleurstelling te verbergen. Hij had geweten dat dit onvermijdelijk was, al sinds de troepen van Felldust de havenpoorten hadden opengebroken. Maar hij had gehoopt dat dat was omdat ze alles in die aanval hadden gestopt. Als ze ook in staat waren om de stranden te bezetten, zag het er nog slechter uit dan hij had gedacht.
“Terugtrekken naar de heuvels!” riep hij, en de mannen om hem heen keken even verrast op, om er vervolgens vandoor te gaan in de richting van de bergpassen. De mannen van Generaal Haven waren net zo snel als de mannen van Haylon, en kenden duidelijk hun weg door de bergen. De voormalige mannen van Heer West volgden Thanos op de voet. Hij hoopte alleen dat hij hen niet de dood in leidde.
Ze bereikten de rotswanden en bergpassen aan de rand van de stad. Er stonden mannen met sloophamers bij grote houten wiggen te wachten. Thanos vermoedde dat als de mannen uit Felldust hier waren, de rotswanden naar beneden zouden komen en een natuurlijke muur zouden vormen. Thanos vermoedde ook dat tenzij ze het heel goed beoordeeld hadden, de mannen het risico liepen om zelf onder de rotsen begraven te worden. Ze riskeerden hun levens om de vijand te vertragen.
Thanos kon het hen niet alleen laten doen.
Hij greep één van de hamers en negeerde de geschokte blik van de man naast zich terwijl hij zijn troepen door de pas zag filteren. Er volgden meer van Haylons krijgers, en nog meer, maar nu kon Thanos de mannen uit Felldust zien, die hen op de hielen zaten.
Hij moest aan Ceres denken. Hij hoopte dat haar zoektocht haar beter afging dan hun strijd op het eiland. Hij wilde nog zoveel met haar doen, en als hij hier stierf, zou dat nooit gebeuren. Maar hij kon niet toekijken en deze mannen hun levens alleen laten riskeren.
“We moeten nu handelen,” zei één van de mannen.
Thanos schudde zijn hoofd. “Nog niet. Er komen nog meer mannen.”
“Maar als