Overwinnaar, Verliezer, Zoon . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Overwinnaar, Verliezer, Zoon - Морган Райс страница 7

Overwinnaar, Verliezer, Zoon  - Морган Райс Over Kronen en Glorie

Скачать книгу

juichten de soldaten.

      De man kende zijn plaats. Irrien glimlachte en liep de menigte door. Hij was niet verrast toen een figuur in een mantel bijna ongemerkt naast hem kwam lopen. Irrien trok een dolk, niet wetend of hij hem nodig zou hebben.

      “Ik heb niets meer van je gehoord sinds de laatste keer dat we gesproken hebben, N’cho,” zei Irrien. “Ik hou niet van wachten.”

      De huurling boog zijn hoofd. “Ik heb onderzoek gedaan naar wat je van me vroeg, Eerste Steen. Ik heb met priesters gesproken, verboden rollen gelezen, en zij die niet wilden praten gemarteld.”

      Irrien twijfelde er niet aan dat de leider van het Dozijn Doden zichzelf enorm had vermaakt. N’cho was de enige geweest die zijn aanval op Irrien had overleefd. Irrien begon zich af te vragen of dat wel de juiste keus was geweest.

      “Je hebt gehoord wat ik tegen de mannen heb gezegd,” zei Irrien. “We gaan naar Haylon. Dat betekent dat we het moeten opnemen tegen het kind van de Ouden. Heb je een oplossing voor me, of moet ik je aandragen als het volgende offer?”

      Hij zag de man zijn hoofd schudden. “Helaas, de goden hebben geen behoefte aan mij, Eerste Steen.”

      Irrien kneep zijn ogen samen. “En dat wil zeggen?”

      N’cho deed een stap naar achteren. “Ik denk dat ik heb gevonden wat je zoekt.”

      Irrien gebaarde naar de man om met hem mee te gaan, en leidde hem terug naar zijn tent. Bij het zien van zijn blik vertrokken de aanwezige wachters en slaven gehaast, en bleven ze met zijn tweeën achter.

      “Wat heb je gevonden?” vroeg Irrien.

      “Er zijn… wezens ingezet tijdens de oorlog tegen de Ouden,” zei N’cho.

      “Die zouden allang dood zijn,” merkte Irrien op.

      N’cho schudde zijn hoofd. “Ze kunnen nog altijd worden opgeroepen, en ik denk dat ik een plek gevonden heb om er één op te roepen. Het zal echter vele doden vergen.”

      Irrien lachte. Dat was een kleine prijs om te betalen voor Ceres’ leven.

      “Dood,” zei hij, “is altijd het makkelijkst om te regelen.”

      HOOFDSTUK VIJF

      Stephania staarde naar een slapende Kapitein Kang, met een blik van walging die diep vanuit haar ziel kwam. Het omvangrijke lijf van de kapitein bewoog terwijl hij snurkte, en Stephania kroop naar achteren toen hij in zijn slaap naar haar reikte. Hij had haar al genoeg aangeraakt toen hij wakker was.

      Stephania had er nooit een probleem mee gehad om met mensen naar bed te gaan om hen te laten doen wat zij wilde. Dat was tenslotte wat ze ook van plan was met de Tweede Steen. Maar Kang was allesbehalve een tedere man geweest, en hij leek ervan te genieten om steeds nieuwe manieren te vinden om Stephania te vernederen. Hij had haar behandeld als de slaaf die ze even bij Irrien was geweest, en Stephania had tegen zichzelf gezworen dat ze dat nooit meer toe zou laten.

      Toen had ze het gefluister van de bemanning gehoord: dat ze misschien toch niet veilig aan zou komen. Dat de kapitein misschien alles zou nemen dat ze hem gaf, om haar uiteindelijk toch aan een slavenhouder te verkopen. Dat hij op zijn minst de buit zou delen door haar aan hen te geven.

      Dat zou Stephania niet toelaten. Ze zou nog liever sterven, maar het was veel makkelijker om te doden.

      Stilletjes glipte ze uit bed, en keek uit één van de kleine ramen van de kapiteinshut. Port Leeward lag niet ver bij hen vandaan. Stof van de kliffen viel over de stad, zelfs in het halfdonker van de zonsopkomst zichtbaar. Het was een lelijke stad, versleten en benauwend, en zelfs vanaf hier kon Stephania zien dat het een gewelddadige plek was. Kang had gezegd dat hij niet ’s nachts wilde aanmeren.

      Stephania was in de veronderstelling geweest dat het slechts een excuus was om haar nog een keer te gebruiken, maar misschien was het meer dan dat. De slavenmarkten waren tenslotte niet open in het donker.

      Ze nam een besluit en kleedde zich stilletjes aan. Ze sloeg haar mantel om zich heen en reikte in de vouwen. Ze haalde een flesje en wat draad tevoorschijn, en bewoog met de zorgvuldigheid van iemand die precies wist wat ze in haar handen had. Als ze nu een fout maakte was ze er geweest, door het vergif of doordat Kang wakker werd.

      Stephania positioneerde zichzelf over het bed en bracht het draad ter hoogte van Kangs mond. Hij draaide in zijn slaap, en Stephania volgde zijn bewegingen terwijl ze haar best deed om hem niet aan te raken. Als hij nu wakker werd, was ze in zijn bereik.

      Ze liet het vergif langs de draad druppelen en concentreerde zich. Kang murmelde iets in zijn slaap. Eén druppel sijpelde naar zijn lippen, toen een tweede. Stephania bereidde zich voor op het moment dat hij naar adem zou snakken en het gif hem zou claimen.

      In plaats daarvan schoten zijn ogen open. Hij staarde Stephania een seconde niet-begrijpend aan, en toen veranderde zijn blik in woede.

      “Hoer! Slavin! Hier zal je voor sterven.”

      Binnen een seconde zat hij bovenop Stephania en drukte hij haar tegen het bed. Hij sloeg haar, en toen voelde ze de verpletterende druk van zijn handen die zich om haar keel sloten. Stephania snakte naar adem en worstelde om hem van zich af te krijgen.

      Maar Kang lag met zijn volle gewicht op haar, en Stephania kon geen kant op. Ze vocht en hij lachte alleen maar terwijl hij haar wurgde. Hij lachte nog steeds toen Stephania een mes uit haar mantel trok en hem begon te steken.

      Hij snakte naar adem bij de eerste steek, maar Stephania voelde de druk op haar keel niet verminderen. De duisternis kroop in haar zicht, maar ze bleef steken. Ze deed het bijna mechanisch, instinctief, want ze zag bijna niets meer.

      De handen rond haar keel verslapten, en Stephania voelde Kangs gewicht op haar vallen.

      Het duurde veel te lang voor ze zich een weg onder zijn lichaam vandaan had gevochten, snakkend naar adem, zoekend naar haar bewustzijn. Ze viel van het bed en krabbelde overeind, waarna ze vol afkeer naar Kangs levenloze lichaam staarde.

      Ze moest pragmatisch zijn. Ze had gedaan wat ze van plan was te doen, hoe moeilijk het ook was gebleken. Nu de rest nog.

      Haastig herschikte ze de lakens, zodat het leek alsof hij sliep. Ze liep snel door de hut en vond de kleine kist waarin Kang zijn goud bewaarde. Stephania glipte het dek op, haar kap omhoog, en baande zich een weg naar de kleine landingsboot op het achtersteven.

      Stephania stapte in de boot en draaide aan de katrollen om haar te laten zakken. Het hout kraakte als een verroest hek, en ergens boven zich hoorde ze het geschreeuw van zeelieden die wilden weten waar dat lawaai vandaan kwam. Stephania aarzelde niet. Ze trok een mes en begon het touw dat de boot in de lucht hield door te zagen. Het gaf mee, en ze viel het laatste stukje naar beneden.

      Ze greep de riemen en begon te roeien. Ze roeide in de richting van de haven terwijl de zeelieden achter haar begonnen te beseffen dat ze haar niet konden volgen. Stephania roeide tot haar bootje tegen de steigers aan botste en klom erop. Ze nam de moeite niet om de boot vast te binden. Ze zou niet op die manier teruggaan.

      De hoofdstad van Felldust was alles dat het vanaf het water had beloofd te zijn. Stof dwarrelde in vlagen neer op de stad, waar figuren met onheilspellende intenties ronddwaalden. Eén van hen kwam op haar af, en Stephania liet een mes zien

Скачать книгу