Overwinnaar, Verliezer, Zoon . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Overwinnaar, Verliezer, Zoon - Морган Райс страница 6

Overwinnaar, Verliezer, Zoon  - Морган Райс Over Kronen en Glorie

Скачать книгу

haar antwoord. Het zou zo makkelijk zijn geweest om te zeggen dat ze sprak voor zij die niet meer leefden. Ze had heel wat visioenen gehad; toen ze nog een klein meisje was geweest, waren er mensen geweest die hadden gedacht dat ze een grote spreker voor de doden zou worden. Eén van de oudere sprekers had zelfs gezegd dat ze woorden zou spreken die haar hele volk zouden verbazen.

      Als ze zei dat de doden haar hierheen hadden geroepen, en haar mensen vroegen om voor Haylon te vechten, zouden ze het misschien meteen geloven. Misschien zouden ze haar gehoorzamen, omdat ze vrijwel niemand anders gehoorzaamden.

      Als ze dat deed, zou ze in staat zijn om Haylon te redden. De kans bestond dat haar mensen met genoeg waren om de aanval van de vloot uit Felldust te breken. Ze zouden de verdedigers in elk geval wat tijd kunnen winnen. Als ze loog.

      Maar Jeva kon het niet. Het was niet alleen vanwege de leugen zelf, hoewel het feit dat ze het had overwogen haar verafschuwde. Het was zelfs niet vanwege het feit dat het inging tegen alles waar haar mensen in geloofden. Nee, het was het feit dat Thanos niet gewild zou hebben dat ze het op die manier zou aanpakken. Hij zou niet gewild hebben dat ze mensen misleidde, of hen zou dwingen om het tegen Felldust op te nemen zonder de waarheid te kennen over waarom ze gingen.

      “Priesteres?” vroeg de oude man. “Bent u hier om voor de doden te spreken?”

      Wat zou hij dan gedaan hebben? Jeva had daar al een antwoord op, gesmeed sinds de laatste keer dat ze haar mensen had bezocht. Gesmeed uit alles dat hij sindsdien had gedaan.

      “Nee,” zei ze. “Ik ben niet hier om voor de doden te spreken. Ik ben Jeva, en vandaag wens ik te spreken voor de levenden.”

      HOOFDSTUK VIER

      Irrien liep door de velden van de doden en keek naar het bloedbad dat zijn legers hadden aangericht. Maar hij voelde niet de bevrediging die hij normaal voelde. Om hem heen lagen de mannen uit het Noorden, dood of stervend, verpletterd door zijn legers, afgeslacht door zijn jagers. Irrien had triomf moeten voelen. Hij had vreugde moeten voelen bij het zien van zijn verslagen vijanden, hij had macht moeten voelen.

      In plaats daarvan voelde het alsof de ware overwinning hem was afgenomen.

      Een man in de glimmende wapenrusting van zijn tegenstanders lag kreunend in de modder en probeerde zich, ondanks zijn verwondingen, aan het leven vast te klampen. Irrien haalde een speer uit een nabijgelegen lichaam en stak die door hem heen. Zelfs het doden van een zwakkeling deed niets aan zijn humeur.

      De waarheid was dat het te makkelijk was geweest. Er waren hier te weinig vijanden geweest om het een waardig gevecht te maken. Ze waren door het Noorden geraasd, hadden dorpen en kleine kastelen overvallen, en zelfs de voormalige vesting van Heer West uit elkaar getrokken. Overal waar ze kwamen vonden ze lege huizen en nog legere kastelen, kamers die verlaten waren om aan de naderende hordes te ontsnappen.

      Dat was niet alleen frustrerend omdat het betekende dat hem een betekenisvolle overwinning werd ontnomen. Het was frustrerend omdat het betekende dat zijn vijanden nog ergens waren. Irrien wist ook waar, want de lafaard die in het kasteel van Heer West was achtergebleven had het hem verteld: ze waren op Haylon, het eiland waar hij slechts een deel van zijn troepen heen had gestuurd.

      Dat zorgde dat Irrien elke seconde die hij hier doorbracht ongeduldiger werd. Maar er waren dingen die moesten gebeuren hier. Hij keek toe hoe zijn mannen samen met groepen verse slaven werkten om één van de kastelen neer te halen, die hier als paddenstoelen uit de grond waren geschoten. Irrien zou dergelijke vestingen niet onbemand achterlaten, want dan zou hij zijn tegenstanders een extra plek geven om zich te verzamelen.

      Bovendien leken zijn mannen tevreden met de makkelijke overwinning. Irrien zag de mannen die geen werk toegewezen hadden gekregen luieren in de zon, gokken met geplunderde munten, of gevangenen martelen voor hun vermaak.

      De gebruikelijke aanhangers waren er natuurlijk ook. Iemand had een slavenkamp opgezet, als een schaduw van het legerkamp, en de wagens en kooien begonnen al vol te raken. In het midden was een ruimte waar de slavendrijvers probeerden af te dingen op de beste en de mooiste slaven, hoewel ze in werkelijkheid gewoon namen wat de soldaten hen wilden verkopen. Het waren aasgieren, geen krijgers.

      En dan waren er de priesters des doods. Ze hadden hun altaar midden op het slagveld neergezet, zoals ze zo vaak deden. Soldaten brachten de gewonde vijanden die ze vonden naar hen toe. Ze sleurden ze naar de stenen tafel, waar hun keel werd doorgesneden of hun hart werd uitgestoken. Hun bloed vloeide rijkelijk, en Irrien kon zich voorstellen dat de goden van de priesters tevreden waren met de hele vertoning. De priesters leken dat in elk geval wel te denken. Ze spraken de gelovigen toe om zichzelf volledig aan de dood over te geven, alsof dat de enige manier was om zijn respect te verdienen.

      Eén man leek hen daadwerkelijk serieus te nemen. Hij had zichtbare verwondingen opgelopen in het gevecht, zo ernstig dat hij zijn kameraden nodig had om naar de stenen tafel te komen. Irrien keek toe terwijl de man erop klom en zijn borst ontblootte, zodat de priesters hem met een mes van donker obsidiaan konden neersteken.

      Irrien walgde van mannen die zo zwak waren dat ze niet eens wilden proberen om van hun verwondingen te herstellen. Irrien liet zich toch ook niet door zijn oude wonden tegenhouden, of wel? Zijn schouder deed pijn bij elke beweging die hij maakte, maar hij zou zichzelf niet aanbieden als offer om anderen te beschermen tegen de dood. In zijn ervaring was het zijn van de sterkste van twee krijgers het enige dat de dood op afstand hield. Kracht betekende dat je bleef leven. Kracht betekende dat je kon nemen wat je wilde, of het nu land was, of leven, of vrouwen.

      Even vroeg Irrien zich af wat de goden des doods van hem zouden denken. Hij vereerde hen niet, behalve voor het effect dat het geloof had om zijn mannen bij elkaar te brengen. Hij wist niet eens zeker of er wel goden bestonden, behalve als een manier voor priesters die mannen niet konden controleren met hun eigen kracht.

      Hij bedacht zich dat goden in zijn nadeel zouden moeten zijn, maar wie had er meer mannen, vrouwen en kinderen naar hun graven gestuurd dan hij? Had hij hen niet hun offers gebracht, hun priesterschap gepromoot, en dit tot een wereld gemaakt die ze zouden goedkeuren? Irrien had het dan niet voor hen gedaan, maar hij had het wel gedaan.

      Hij bleef staan en luisterde even naar de priester die aan het woord was.

      “Broeders! Zusters! Vandaag is een grote overwinning. Vandaag hebben we vele mensen door de zwarte deur naar het hiernamaals gestuurd. Vandaag hebben we de goden verzadigd, zodat we morgen niet door hen worden gekozen. De overwinning van vandaag—”

      “Het was geen overwinning,” zei Irrien, en zijn stem verhief zich moeiteloos boven die van de priester. “Het is pas een overwinning als er een waardig gevecht heeft plaatsgevonden. Is het bezetten van lege huizen een overwinning? Of het afslachten van dwazen die achterbleven toen anderen verstandig genoeg waren om te vluchten?” Irrien keek naar de mensen om zich heen. “We hebben mensen gedood vandaag, en dat is goed, maar er moet nog veel meer gebeuren. Vandaag maken we het hier af. We halen hun kastelen neer en geven hun gezinnen aan de slavendrijvers. Maar morgen gaan we naar de plek waar wel een overwinning gevonden kan worden. Naar de plek waar alle krijgers heen zijn gegaan. We gaan naar Haylon!”

      Hij hoorde zijn mannen juichen. Het gevecht had hun bloedlust weer aangewakkerd. Hij wendde zich tot de priester.

      “Wat zeg je ervan? Is het de wil van de goden?”

      De priester aarzelde niet. Hij nam zijn mes en sneed de dode man op het altaar open, waarna hij zijn ingewanden eruit trok om ze te lezen.

      “Dat is het, Heer Irrien. Hun wil volgt die van u. Irrien! Ir-ri-en!”

Скачать книгу