Voor Nu en Voor Altijd . Sophie Love
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Voor Nu en Voor Altijd - Sophie Love страница 11
Koude lucht stroomde de bijkeuken in. Emily kreunde en ging zitten om haar gekneusde lichaam te controleren. Haar rug deed pijn en ze masseerde zichzelf terwijl ze naar het kapotte raam keek. Er viel een zwakke straal licht naar binnen. Het frustreerde Emily toen ze zich bedacht dat ze haar situatie alleen erger voor zichzelf had gemaakt in een poging om een probleem op te lossen.
Ze haalde diep adem en stond op. Ze pakte voorzichtig een stuk hout van het dressoir, waar het terecht was gekomen. Stukjes glas vielen op de grond en braken in nog kleinere stukjes. Emily inspecteerde het stuk van de plaat en zag dat de spijkers helemaal verbogen waren. Zelfs als ze een hamer zou kunnen vinden, iets waar ze erg aan twijfelde, zouden de spijkers nog onbruikbaar zijn. Toen zag ze dat ze het kozijn had weten te splijten terwijl ze het bord wegtrok. Het zou allemaal vervangen moeten worden.
Emily had het veel te koud om in de bijkeuken te blijven. Door het gebroken raam zag ze weer die eindeloze witte sneeuw. Ze raapte haar deken op en sloeg hem weer om haar schouders, en liep toen de bijkeuken uit en naar de woonkamer. Ze zou hier in ieder geval een vuur kunnen stoken om haar botten te verwarmen.
In de woonkamer hing nog steeds de troostrijke geur van verbrand hout. Emily knielde bij de haard en begon aanmaakblokjes en houtblokken op te stapelen in de vorm van een pyramide. Dit keer dacht ze eraan de schoorsteen open te doen, en het was een hele opluchting toen de eerste vlammen tot leven kwamen.
Ze leunde naar achteren en begon haar koude handen op te warmen. Toen zag ze de ketel waar Daniel de thee in had gezet naast de haard staan. Ze had niets opgeruimd, en de ketel en kopjes lagen nog steeds waar zij ze hadden achtergelaten. Ze dacht weer aan hoe zij en Daniel de thee hadden gedeeld en over het oude huis hadden gepraat. Haar maag knorde, om haar te herinneren aan haar honger, en ze besloot wat thee te zetten op de manier die Daniel haar had laten zien. Dat zou haar honger een beetje stillen, in elk geval voor even.
Net toen ze de ketel boven het vuur had geplaatst, hoorde ze haar telefoon ergens in het huis rinkelen. Het was een bekend geluid, maar het galmde nu zo door de gangen dat ze ervan schrok. Ze had het opgegeven toen ze door kreeg dat ze geen bereik had, dus het verraste haar dat ze het gerinkel hoorde.
Emily sprong op, liet de thee voor wat het was en volgde het geluid van haar telefoon. Ze vond het op de kast in de gang. Ze werd gebeld door een onbekend nummer en ze nam op, enigszins in de war.
“O, uh, hallo,” zei een oudere man aan de andere kant van de lijn. “Bent u de dame van West Street nummer vijftien?” De lijn was slecht, en de zachte vertwijfelde stem van de man was bijna niet hoorbaar.
Emily fronste, verward door het telefoontje. “Ja. En wie bent u?”
“Mijn naam is Eric. Ik, uh, ik lever olie aan alle huizen in de buurt. Ik heb gehoord dat u in dat oude huis verblijft, dus dacht ik dat ik misschien langs kon komen met een levering. Ik bedoel, als u, uh, het nodig heeft.”
Emily kon het bijna niet geloven. Het nieuws had zich zeker als een lopend vuurtje verspreid in de kleine gemeenschap. Maar wacht, hoe kwam Eric aan haar telefoonnummer? Toen herinnerde ze zich dat Daniel er de avond ervoor naar gekeken had toen ze tegen hem zei dat ze slecht bereik had. Hij moest het nummer gezien hebben en het uit zijn hoofd hebben geleerd om het door te kunnen geven aan Eric. Daar ging haar trots; ze kon haar blijdschap nauwelijks bedwingen.
“Ja, dat zou fantastisch zijn,” antwoordde ze. “Wanneer kunt u komen?”
“Nou,” antwoordde de man, nog steeds op die nerveuze, bijna beschaamde toon. “Ik zit momenteel eigenlijk in mijn truck, op weg naar u toe.”
“Echt waar?” stamelde Emily, en kon bijna niet geloven hoeveel geluk ze had. Ze keek snel naar de tijd op haar telefoon. Het was nog niet eens 8 uur in de morgen. Misschien begon Eric altijd vroeg met werken, maar het kon ook zijn dat hij speciaal voor haar op pad ging. Ze vroeg zich af of de man die haar gisteren een lift had gegeven contact had opgenomen met het oliebedrijf, of… Daniel?
Ze duwde de gedachte weg en wendde haar aandacht weer tot het telefoongesprek. “Gaat het lukken hier te komen?” vroeg ze. “Er is veel sneeuw.”
“Maakt u zich daar maar geen zorgen over,” zei Eric. “De truck kan wel wat sneeuw hebben. U hoeft er alleen maar voor te zorgen dat ik bij de pijp kan komen.”
Emily probeerde zich te herinneren of ze ergens in het huis een schep had gezien. “Oké, ik zal mijn best doen. Dank u wel.”
Het gesprek werd beëindigd en Emily kwam direct in beweging. Ze rende terug naar de keuken en keek in alle kasten. Er was niets wat ook maar leek op wat ze nodig had, dus keek ze in alle kasten van de bijkeuken en toen in de berging. Uiteindelijk vond ze een sneeuwschep bij de achterdeur. Emily had nooit gedacht dat ze ooit zo blij zou zijn om een schep te zien, maar ze hield hem vast alsof haar leven ervan afhing. Ze was zo blij met de schep dat ze bijna vergat schoenen aan te trekken. Maar net toen ze haar hand boven de deurklink van de achterdeur hield, zag ze haar sportschoenen in een tas die ze daar had achtergelaten. Ze deed de schoenen snel aan en trok de deur open, haar waardevolle schep in haar handen.
Het werd haar meteen duidelijk hoe ernstig de sneeuwstorm was geweest. Het was één ding geweest om de sneeuw vanuit haar raam te zien, maar het was heel wat anders om hopen van drie meter als ijsmuren de lucht in te zien steken.
Emily verspilde geen tijd. Ze sloeg met de schep tegen de muur van sneeuw en ijs en begon een pad vanuit het huis aan te leggen. Het was niet gemakkelijk; binnen een paar minuten voelde ze het zweet over haar rug lopen. Haar armen deden pijn en ze wist zeker dat ze blaren op haar handpalmen zou hebben als ze klaar was.
Na ongeveer een meter van sneeuw kwam Emily in een ritme. De taak had iets louterends; het tempo dat nodig was om sneeuw weg te halen. Zelfs de fysieke onplezierigheid leek minder belangrijk toen ze begon te zien hoe ze opschoot. In New York had ze het liefst aan lichaamsbeweging gedaan door te rennen op de loopband, maar dit de beste workout die ze ooit had gehad.
Emily wist een pad van een paar meter door de sneeuw achter het huis aan te leggen.
Maar ze voelde zich wanhopig toen ze zag dat de uitlaatpijp nog meer dan tien meter verder was, en ze was al uitgeput. Ze probeerde niet te wanhopen en besloot even te rusten om op adem te komen. Ondertussen zag ze het huis van de opzichter verderop in de tuin, verstopt tussen het wintergroen. Een kleine rookpluim kwam uit de schoorsteen en er viel warm licht door de ramen naar buiten. Emily kon zichzelf er niet van weerhouden om aan Daniel te denken. Die zat nu vast lekker warm binnen met een kop thee. Hij zou haar helpen, daar twijfelde ze niet aan, maar ze wilde zich bewijzen. Hij had haar de avond ervoor genadeloos bespot en hij was zeer waarschijnlijk degene geweest die Eric had gebeld. Hij moest haar gezien hebben als een dame in nood, en Emily gunde hem het plezier van gelijk krijgen niet.
Maar haar maag begon weer te klagen en ze was doodop. Veel te moe om door te gaan. Emily stond in de rivier die ze had gemaakt, opeens overweldigd door haar situatie, te trots om te vragen om de hulp die ze nodig had, te zwak om zelf te doen wat er gedaan moest worden. Frustratie rees in haar op, tot dit zich uitte in hete tranen. Haar tranen maakten haar nog bozer, boos op zichzelf dat ze zo nutteloos was. In haar gefrustreerde geest berispte ze zichzelf en als een nukkig en koppig kind, nam ze zichzelf voor meteen naar huis te gaan zodra de sneeuw gesmolten was.
Emily gooide de schop neer en stampte met doorweekte sportschoenen terug het huis in. Ze schopte ze uit bij