Voor Nu en Voor Altijd . Sophie Love

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Voor Nu en Voor Altijd - Sophie Love страница 6

Voor Nu en Voor Altijd  - Sophie Love De Herberg van Sunset Harbor

Скачать книгу

meer. Emily stond naar hem te kijken, en haar vingers werden al snel gevoelloos terwijl ze wachtte of hij haar enige vorm van hulp zou bieden. Maar hij leek meer interesse te hebben in haar roestige oude auto, en schopte tegen de banden met de voorkant van zijn laars terwijl hij er omheen liep. Hij haalde een duim over de lak totdat er stukjes afkwamen, en hij maakte een afkeurend geluid en schudde zijn hoofd. Hij opende de motorkap en onderzocht de motor een lange, lange tijd, af en toe zachtjes tegen zichzelf mompelend.

      “En?” zei Emily uiteindelijk, geërgerd door hoe traag hij was. “Wat is er mis mee?”

      Hij keek op van de motorkap, bijna verbaasd, alsof hij vergeten was dat ze daar was, en krabde op zijn hoofd. “Hij is kapot.”

      “Dat weet ik,” zei Emily ongeduldig. “Maar kun je iets doen om hem te maken?”

      “O nee,” antwoordde de man lachend. “Helemaal niets.”

      Emily had zin om te schreeuwen. Het gebrek aan voedsel en de vermoeidheid door de lange rit begonnen invloed op haar te hebben, en het huilen stond haar nader dan het lachen. Ze wilde alleen maar naar het huis, zodat ze kon slapen.

      “Wat moet ik nu doen?” zei ze, en ze voelde zich wanhopig.

      “Nou, je hebt een paar opties,” antwoordde de man. “Loop naar de garage, ongeveer anderhalve kilometer die kant op.” Hij wees in de richting waar zij vandaan was gekomen, met een stompe gerimpelde vinger. “Of ik kan je slepen naar waar je naartoe wilt.”

      “Zou je dat willen doen?” zei Emily, verrast door zijn vriendelijkheid, iets waar ze niet aan gewend was, aangezien ze zo lang in New York had gewoond.

      “Natuurlijk,” antwoordde de man. “Ik ga je hier niet achterlaten om middernacht, in het midden van een sneeuwstorm. Ik heb gehoord dat het in het komende uur erger gaat worden. Waar ben je precies naar op weg?”

      Emily was overdonderd door dankbaarheid. “West Street. Nummer vijftien.”

      De man hield zijn hoofd scheef uit nieuwsgierigheid. “West Street vijftien? Dat oude, afgetakelde huis?”

      “Ja,” antwoordde Emily. “Het is van mijn familie. Ik heb wat stilte en wat tijd voor mezelf nodig.”

      De oude man schudde zijn hoofd. “Ik kan je daar niet alleen laten. Het huis valt uit elkaar. Ik denk zelfs niet dat het waterdicht is. Waarom kom je niet met mij mee? Mijn vrouw Bertha en ik wonen boven de levensmiddelenzaak. We zouden graag een gast verwelkomen.”

      “Dat is echt heel aardig,” zei Emily. “Maar ik wil nu gewoon echt even alleen zijn. Dus als je me zou willen helpen bij het huis in West Street te komen, zou ik het echt waarderen.”

      De man nam haar in zich op en gaf toen toe. “Ook goed, meid. Als je erop staat.”

      Emily voelde zich opgelucht terwijl hij terug in zijn truck klom en hem voor haar auto parkeerde. Ze keek toe terwijl hij een dik touw uit zijn achterklep haalde en dit tussen hun auto’s knoopte.

      “Wil je met mij meerijden?” vroeg hij. “Ik heb tenminste verwarming.”

      Emily gaf hem een dun lachje maar schudde haar hoofd. “Ik wil liever -”

      “Alleen zijn,” zei de man samen met haar. “Begrepen, begrepen.”

      Emily stapte weer in haar auto, en vroeg zich af wat voor indruk de oude man van haar had. Hij moest wel denken dat ze een beetje gek was, om midden in de nacht zo onvoorbereid en slecht gekleed, terwijl er een sneeuwstorm dichterbij kwam, te vragen om naar een afgetakeld, verlaten huis gebracht te worden zodat ze alleen kon zijn.

      De truck voor haar kwam tot leven en ze voelde hoe haar auto vooruit getrokken werd. Ze ging goed zitten en keek uit het raam toen ze begonnen te rijden.

      De laatste paar kilometers van de weg voerden haar langs het grote park aan de ene kant en de oceaan aan de andere kant. Door het duister en een gordijn van vallende sneeuw, kon Emily de zee zien, de golven die tegen de rotsen sloegen. Toen verdween de oceaan uit het zicht, omdat ze het plaatsje in reden, langs hotels en motels, rondvaartbedrijven en golfbanen, langs plekken met meer bebouwing. Voor Emily leek het echter niet veel vergeleken met New York.

      Ze bereikten West Street en Emily’s hart maakte een sprongetje toen ze langs het huis op de hoek reden, begroeid met klimop en gemaakt van rode bakstenen. Het zag er precies hetzelfde uit als de laatste keer dat ze hier geweest was, twintig jaar eerder. Ze kwam langs het blauwe huis, het gele huis, het witte huis, en toen beet ze op haar lip, omdat ze wist dat het volgende huis dat van haar zou zijn, het grijze stenen huis.

      Toen het voor haar opdoemde, werd Emily getroffen door een overweldigend gevoel van nostalgie. De laatste keer dat ze hier was geweest was als een vijftienjarige, haar lichaam vol hormonen bij het vooruitzicht van een zomerliefde. Ze had er nooit één gehad, maar de herinnering aan de prikkelende mogelijkheden raakte haar diep.

      De truck stopte en de auto van Emily ook.

      Nog voor de wielen gestopt waren met draaien klom Emily uit de auto, en ze stond daar ademloos voor het huis dat ooit van haar vader was geweest. Haar benen beefden en ze wist niet zeker of het kwam door de opluchting of omdat ze er eindelijk was. Of misschien omdat ze emotioneel was dat ze hier na al die jaren weer was. Maar hoewel de andere huizen in de straat onveranderd leken, was het huis van haar vader een schaduw van de pracht van vroeger. Er zat modder op de luiken die ooit wit waren geweest. Ze hadden ooit open gestaan, maar nu waren ze dicht en het huis zag er hierdoor veel minder uitnodigend uit dan vroeger. Het gras van het omvangrijke gazon aan de voorkant, waar Emily op eindeloze zomerdagen boeken had gelezen, was verrassend goed bijgehouden, en de kleine struikjes aan beide kanten van de voordeur waren gesnoeid. Maar het huis zelf; ze begreep nu waarom de man zo verrast was geweest toen ze hem had verteld dat ze hiernaartoe op weg was. Het zag er zo onverzorgd uit, zo ongeliefd, in verval geraakt. Het deed Emily verdriet om te zien hoe het mooie oude huis in al die tijd achteruit was gegaan.

      “Mooi huis,” zei de oude man terwijl hij naast haar kwam staan.

      “Dank je,” zei Emily, bijna in trance, starend naar het oude huis. Sneeuw viel om haar heen. “En dank je dat je me hier ongedeerd hebt afgeleverd,” voegde ze eraan toe.

      “Geen probleem,” antwoordde de oude man. “Weet je echt zeker dat je hier vannacht wilt blijven?”

      “Ik weet het zeker,” antwoordde Emily, hoewel ze zich eigenlijk zorgen begon te maken dat ze een enorme fout had gemaakt door hier te komen.

      “Ik zal je helpen met de tassen,” zei de man.

      “Nee, nee,” antwoordde Emily. “Echt, je hebt al genoeg gedaan. Ik kan het verder wel alleen.” Ze stak haar hand in haar zak en haalde een verkreukeld geldbriefje tevoorschijn. “Hier, benzinegeld.”

      De man keek naar het biljet, en toen weer naar haar. “Dat ga ik niet aannemen,” zei hij, met een vriendelijke glimlach. “Hou jij je geld maar. Als je me echt wilt bedanken, moet je maar eens bij mij en Bertha langskomen terwijl je hier bent, voor een kop koffie en een stuk taart.”

      Emily stopte het biljet terug in haar zak, met een brok in haar keel. De vriendelijkheid van deze man was moeilijk te bevatten na de vijandigheid van New York.

      “Hoelang wil je hier eigenlijk blijven?” vroeg hij terwijl hij haar een klein stukje papier met een telefoonnummer en adres gaf.

      “Alleen

Скачать книгу