Begeerd. Morgan Rice
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Begeerd - Morgan Rice страница 8
Maar in andere opzichten, was het zeer verschillend. Het was nog niet zo uitgebouwd. Hoewel sommige straten geplaveid waren met kasseistenen, waren andere nog steeds stoffig. Het was duidelijk nog niet zo geconcentreerd, en tussenin de gebouwen waren nog steeds groepjes bomen, bijna zoals een stad die gebouwd werd in een oprukkend woud. In de plaats van auto’s, waren er paarden, koetsen, en mensen die in het stof liepen of karren voorduwden. Alles was trager, en rustiger.
Caleb dook nog lager, totdat ze boven de daken van de gebouwen aan het vliegen waren. Wanneer ze de laatste voorbij waren, opende de lucht zich plots, en voor hen ontvouwde zich de rivier de Seine, die de stad recht doormidden sneed. Ze zag er gloeiend geel uit in het vroege ochtenlicht, en het was adembenemend voor haar.
Caleb dook laag, en vloog er net boven, en zij verbaasde zich over de schoonheid van de stad, en hoe romantisch het was. Ze vlogen over het kleine eiland, het Ile de la Cite, en ze kon de Notre Dame onder haar herkennen, met zijn hoge toren die boven alles uittorende.
Caleb dook nu nog lager, tot juist boven het water, en de vochtige rivierlucht verkoelde hen op deze hete julimorgen. Caitlin keek op en zag Parijs langs de beiden kanten van de rivier, terwijl ze boven en onder de talrijke, voetgangersbruggen met kleine bogen vlogen, die de ene kant van de rivier met de andere verbinden. Dan deed Caleb hen weer stijgen, en bracht hij hen naar een kant van de rivieroever, en zette hij hen zachtjes neer, achter een grote boom, uit het zicht van alle voorbijgangers.
Ze keek rond, en zag dat hij hen naar een enorm, statig park met tuinen gebracht had, dat zich mijlenver leek uit te strekken, recht naast de rivier.
“De Tuilerieën,” zei Caleb. “Dezelfde tuin als die in de 21ste eeuw. Er is niets veranderd. Het is nog altijd de meest romantische plaats van Parijs.”
Met een glimlach, kwam hij dichterbij en nam hij haar hand. Ze begonnen alle twee te slenteren, langs een pad dat zich een weg baande door de tuin. Ze had zich nog nooit zo gelukkig gevoeld.
Ze popelde om hem zoveel vragen te stellen, zoveel dingen die niet konden wachten, en die ze hem wou zeggen, ze wist amper waar te beginnen. Maar, ze moest ergens beginnen, zo kwam ze op het idee om te beginnen met wat haar het eerst voor de geest kwam.
“Dank je,” zei ze, “voor Rome. Voor het Colosseum. Om me te redden,” zei ze. “Als je niet gekomen zou zijn, op dat moment, dan weet ik niet wat er gebeurd zou zijn.”
Ze draaide zich om en keek hem aan, opeens voelde ze zich onzeker. “Herinner je je dat?” vroeg ze ongerust.
Hij draaide zich om en hij keek haar aan, en knikte, en ze zag wat hij deed. Eindelijk waren ze tenminste op dezelfde golflengte. Hun geheugens werkten terug. En dat alleen betekende alles voor haar.
“Maar ik heb je niet gered”, zei hij. “Je redde jezelf erg goed zonder mij. In tegendeel, je hebt mij gered. Gewoon om bij jou te zijn – Ik weet niet wat ik zou doen zonder jou”, zei hij.
Terwijl hij in haar hand kneep, voelde ze dat haar hele wereld langzaam maar zeker aan het herstellen was van binnenin.
Terwijl ze door de tuin kuierden, staarde ze met verbazing naar al de soorten bloemen, de fonteinen, de standbeelden. Het was een van de meest romantische plaatsen waar ze ooit was geweest.
“En het spijt me,” voegde ze eraan toe.
Hij keek naar haar, en ze was bang om het te zeggen.
“Van je zoon.”
Zijn gezicht werd donker, en terwijl hij zich afwendde, zag ze echt verdriet op zijn gezicht opflakkeren.
Stom, dacht ze. Waarom moet je nu altijd het moment verknoeien? Waarom had je nu niet tot later kunnen wachten?
Caleb slikte en knikte, te zeer aangedaan door zijn verdriet om zelfs te kunnen spreken.
“En het spijt me van Sera,” voegde Caitlin toe. “Het was nooit mijn bedoeling geweest om tussen jullie beide in te komen staan.”
“Je moet geen spijt hebben,” zei hij. “Dat had niets met jou te maken. Dat was tussen haar en mij. We waren nooit voorbestemd om samen te zijn. Het voelde verkeerd van in het begin.”
“En dan tenslotte, had ik je willen vertellen dat ik me wil verontschuldigen voor wat gebeurde in New York,” voegde ze eraan toe, en ze was blij dat ze dit kwijt kon. “Ik zou je nooit neergestoken hebben, als ik had geweten dat jij het was. Ik zweer het, ik dacht dat je iemand ander was, die van gedaante gewisseld was. Ik zou nog in geen miljoen jaar gedacht hebben dat jij het echt was.”
Ze voelde de tranen opwellen toen ze eraan dacht.
Hij stopte en keek haar aan, en hield haar schouders vast.
“Dat spelt allemaal geen rol meer nu,” zei hij, gemeend. “Je kwam terug om mij te redden. En ik weet dat je dat je daar een hoge kostprijs moest voor betalen. Misschien zou het ook helemaal niets helpen. En je riskeerde je leven voor mij. En je gaf je kind op voor mij,” zei hij, terwijl hij weer naar beneden keek in een verdrietig moment. “Ik hou meer van jou dan ik kan uitleggen,” zei hij, terwijl hij nog steeds naar de grond keek.
Hij keek haar met natte ogen aan.
Op dat moment, kusten ze elkaar. Ze voelde zichzelf smelten in zijn armen, ze voelde haar hele wereld tot rust komen, terwijl ze zolang kusten, dat het wel eeuwig leek. Het was het beste moment dat ze ooit met hem had gedeeld, en in sommige opzichten, voelde het alsof ze hem voor de eerste keer leerde kennen.
Eindelijk, langzaamaan, kwamen ze eruit los, en keken ze diep in elkaars ogen.
Dan keken ze alle twee ingetogen de andere kant uit, ze namen elkaars handen vast, en ze vervolgden hun wandeling door de tuinen, langs de rivier. Ze merkte hoe mooi, hoe romantisch Parijs was, en ze was er zich van bewust dat op dat moment, al haar dromen aan het uitkomen waren. Dat was alles wat ze van het leven verlangde. Om met iemand te zijn die van haar hield – die echt van haar hield. Om in zulk een mooie stad te vertoeven, zulk een romantische plaats. Om te voelen dat ze een leven voor zich kon hebben.
Caitlin voelde de met juwelen bedekte kistje in haar zak, en ze had er een hekel aan. Ze wilde het niet openen. Ze hield erg veel van haar vader, maar ze wilde geen brief van hem lezen. Ze wist op dat moment dat ze de missie niet langer wilde verder zetten. Ze wilde het risico niet langer lopen om terug te hoeven reizen in de tijd, of om nog andere sleutels te hoeven vinden. Ze wilde alleen maar hier zijn, in deze tijd, in deze plaats, met Caleb. In vrede. Ze wilde niet dat iets zou veranderen. Ze was vastbesloten om al het mogelijke te doen wat ze moest doen om hun kostbare tijd samen te bewaken, om hen echt samen te houden. En een deel van haar, voelde dat zo aan dat dit betekende dat ze de missie moest opgeven.
Ze draaide zich om en ze keek hem aan. Ze was zenuwachtig om het hem te vertelen, maar ze vond dat ze het moest doen.
“Caleb,” zei ze, “Ik wil niet langer op zoek gaan. Ik ben mij ervan bewust dat ik een bijzondere missie heb, dat ik anderen moet helpen, dat ik het Schild moet vinden. En het mag dan wel egoïstisch lijken, en het spijt me als dat zo is. Maar ik wil alleen maar bij jou blijven. En dat is wat nu het belangrijkste voor is voor mij. Om in deze tijd te blijven, en op deze plaats. Ik heb het gevoel dat als we voortgaan met zoeken, dat we dan in een ander tijdperk terecht zullen komen, op een andere plaats.