Skepelinge. Karel Schoeman

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Skepelinge - Karel Schoeman страница 22

Skepelinge - Karel  Schoeman

Скачать книгу

vir hulle versuur.

      Dit is nie nodig om verdere besonderhede van hierdie gevare en rampe te verstrek nie, alhoewel dit volop is, gesien die alomaanwesigheid van die bedreigings, werklik en potensieel. Hiér gaan dit in eerste instansie om die onsekerheid en angs waaraan die opseilendes onderhewig was bloot omrede hulle hul aan boord skip begewe het, en alles wat deurstaan of in elk geval verwág moes word wanneer mens na die Kaap of na die Ooste uitseil.

      Diegene wat in skeepsrampe omgekom het of weggevoer is in slawerny hoort egter by diegene wat die reis nie voltooi het en hier dus vir geen verdere aandag in aanmerking kom nie; nes die gestorwenes wat onderweg oorboord gesit is. Die skip seil verder, sónder hulle.

      DE STIGTELYKE ZEE-MAN

      STIGTELYKE ZEE-MAN, LEZENDE EN ZINGENDE VERSCHEYDEN NOODZAKELIJKE

      EN VERMAKELIJKE NIEUWE LIEDEREN OP DE ZEE-VAART PASSENDE;

      T’ZAMEN-GESTELT DOOR ADRIANUS STELLINGWERFF,

      VOORSANGER EN MEDE SCHOOLDIENAAR TE BLOKZYL, 1708

      —‘Belydenis en boet-gezang van een zee-varend man’

      —‘Een recommendatie van een Vader aan sijn Soon, sullende varen

      na Indiën’

      Op de wijse van den 6. Psalm. Of, Schoon Lief, wilt my trooste geven.

      —‘Affscheids-lied van een bootsgezel’

      Stem: O! schoon Europia.

      Adieu, Amsterdam schoon,

      Parel aan Neerlands kroon,

      Alwaar ik in perzoon

      Nu meenig jaar

      Heb door-gebragt mijn jeugd

      Met aangename vreugd

      En (och!) met weynig deugd

      Voor ende naer …

      —‘Missive van een Man aan sijn Vrouw uyt Texel geschreven’

      Voys [wysie]: Verwildert mensch van sinnen.

      Myn Lief die ik beminne

      Boven het geen

      Dat mijn hert kan verzinnen

      Of Zon bescheen …

      —‘Brief van een Vrouw aan haar Man in Texel’

      Stem: Ps. 24. Of, o Dag seer groot van heerlijkheit.

      Myn Wederhelft, mijns herten lust,

      Die al myn druk en smert uytblust;

      Mijn Troost (naast God) in al ’t benouwen.

      Och! had ik dog mijn waarde Lief

      Uzelf, in plaats van dezen Brief

      Voor ’t lest nog mogen eens aanschouwen …

      —‘Missive van een Man aan sijn Vrouw, geschreven van de Caap de

      Bon Esperance’

      Voys: Ps. 100. Of, Onse Vader.

      De wind wierd goed, de voortgang fraay

      Wy passeerden Ile de May;

      Daar zeylden wy heel digt by langs,

      Al na de Caap de Bon Esprans …

      —‘Brief uyt Oost-Indiën, van een Bootsgezel aan sijn Ouders’

      Op de wijze van den 38, en 61 Psalm. Of, Polyphemus aan de strande.

      Zeven maanden en drie weekken,

      Sijn verstreecken,

      Eer dat wy hier op de kust

      Van het Eyland Java kwamen,

      Zijnde t’zamen,

      Afgemat en sonder lust …

      —‘Brief van een Vrouw aan haar Man, zijnde in Oost-Indiën’

      Stem: O Paris wreet.

      De groote Godt

      Wil u voortaan behoeden

      Voor alle ongeval:

      Hy geef u tot

      Convooy mee op de vloeden

      Der engelen groot getal

      Die overal

      U reys voorspoedig maken;

      Opdat gy

      Eens weer by my

      Haast met vreugd moogt geraken.

      ZEILAGE

      Zeilage. 1. Het bedrijf van met zeilschepen te varen; scheepvaart,

      zeevaart, zeilvaart.

      2. Het zich met behulp van zeilen voortbewegen.

      3. Afvaart, vertrek, afzeiling.

      4. Richting waarin een zeilschip zich voortbeweegt; koers.

      5. Vaste vaarroute, reisroute; zeeweg.

      6. Tocht, reis per zeilschip.

      7. Het vermogen om goed en snel te kunnen zeilen; zeilvermogen,

      zeilsnelheid.

      8. Al de zeilen van een schip; zeilwerk. Inzonderheid samen genoemd

      met en daardoor onderscheiden van de andere onderdelen van het tuig, zoals de rondhouten (masten, stengen, raas), het staande want, en het lopend tuig (touwen, blokken enz.).

      9. Ook: de zeilen met het bijbehorende lopend tuig.

      10. Ook in den zin van: de hoeveelheid zeil, het zeiloppervlak dat

      een schip op een bepaald moment heeft bijstaan.99

      ’n Skip bestaan uit kiel, roer, spil, stuur, maste, stenge, ra’s, seile, staande en lopende want, verdek, halfdek, kampanjedek, oorloopdek, koebrug, galei, kajuit, hutte, die konstabels-, brood- en kruitkamer, ook die bottelary en kombuis, kabelgat, hel en ruim.100

      Seil: hierdie woord is in letterlike en figuurlike sin vir vele dinge gebruik, en die spreekwoorde wat daaraan ontleen is, is ongebruiklik talryk en interessant. Die eintlike betekenis (soos ons weet) is ’n maaksel uit linne vervaardig met behulp waarvan skepe, groot sowel as klein, sonder roeispaan

Скачать книгу